Doneer
boedhistische-tips-3-soorten-karma-header-zonder-tekst-2000px

De tien lijstjes: Drie soorten karma

Wat hebben karma en boeddhisme met elkaar te maken? Is karma niet iets heel zweverigs? Iets met ‘moeten boeten voor je slechte daden’? Of iets met reïncarnatie? Nee hoor, stelt Tom Hannes. Karma helpt ons om vrijer, ontwaakter en gelukkiger te zijn.

Het boeddhisme wemelt van de lijstjes. De vier edele waarheden, de drie vergiften, het achtvoudig pad en de vijf leefregels. Wat heb jij aan die lijstjes? Voor deze serie selecteerde Tom Hannes zijn eigen top tien en geeft je tekst en uitleg. Lees ook de rest van de serie.

Deel 3: De drie soorten karma
Titelbeeld illustratie: Marijn van der Waa


Daar hebben we het K-woord. Karma. Voor de gemiddelde oosterse boeddhist zo fundamenteel dat het boeddhisme zonder ondenkbaar is. Voor heel wat westerse boeddhisten is de term een haar in de boter. Want in tegenstelling tot de no-nonsense meditatie, gebaseerd op concentratie en aandacht – zoals beschreven in De twee aspecten van boeddhistisch ontwaken – lijkt karma toch een esoterische lading te hebben. En dat zint niet iedereen. Vooral de reïncarnatieleer, die stelt dat we herboren worden op basis van de karma van onze vorige levens, wekt wrevel. Ook de Boeddha; die zich vaak kritisch uitte over metafysische of esoterische claims (zie lijstje 1), was niet af te brengen van karma. Hoe we dat allemaal moeten rijmen is geen eenvoudige zaak. Als ik hier dan toch ‘de drie soorten van karma’ opneem in mijn top tien der boeddhistische lijstjes, is dat vooral om praktische redenen. En in het boeddhisme betekent dat: het helpt ons om vrijer, ontwaakter en gelukkiger te zijn.

Wat hebben karma en boeddhisme dan wel met elkaar te maken?

Laat ik beginnen met duidelijk te maken wat karma niet is: een noodlot. Het is niet iets dat ons door ‘Het Leven’ opgestuurd wordt om ons een lesje te leren. Het gaat om een effect veroorzaakt door onze eigen handelingen. Wie zich gedraagt als een fijn mens, creëert goed karma, wie zich negatief gedraagt, creëert slecht karma. Of nog beter: de intentie waarmee we dingen doen, geeft lading aan onze handelingen. Die intentie beïnvloedt niet alleen onze omgeving maar ook de kwaliteit van ons eigen leven. Veel meer en langer dan we zouden willen of zelfs beseffen.

Goed karma voelt licht en fijn

Tweet

Een eenvoudig huis-tuin-en-keukenvoorbeeld. Stel dat ik de longen uit mijn lijf brul naar een kind dat de straat oploopt, om te vermijden dat het onder een vrachtwagen terechtkomt. Of stel dat ik een fietser uitkaffer, omdat die me bijna van het voetpad rijdt. Ik brul in beide gevallen. Ik zou zelfs in beide gevallen even overtuigd kunnen zijn dat ik terecht brul. Dat kind mag niet dood. Die fietser moet daar niet rijden. Maar de lading verschilt danig. En dat voel je in wat er nadien gebeurt. Het kind weent mogelijk, maar de verzoening volgt snel. De fietser vindt me een regelneef, laat me dat zien, zodat mijn woede blijft smeulen in mijn lichaam. Goed karma voelt licht en fijn. Zoals bij het kind. Slecht karma voelt zwaar en onaangenaam. Zoals bij de fietser. Karma is kleverig. Het kleurt lange tijd de ervaring van ons eigen bestaan.

Maar – nu wordt het pas echt interessant – de karmische lading beïnvloedt ook de vorming van nieuw karma.

In het geval van de fietser: het overkomt ons zelden dat we meteen na zo’n uitval bedenken: ‘Oei, dat voelt niet lekker, dat had ik beter niet kunnen doen.’ Veel vaker zal de karmische lading zich willen voortzetten. Een beetje zoals een virus dat zich wil blijven vermenigvuldigen. Dan worden we gegrepen door de rationaliserende gedachte: ‘Maar ja, zeg, het is toch waar? Wat een eikel.’ Na zulke uitbranders blijven we hormonaal gesproken dagenlang extra vatbaar voor een nieuwe uitbarsting, ook in situaties waarin we normaal gesproken niet zouden boos worden. Karma heeft het roer van ons overgenomen.

karma en boeddhisme
“Wheel of Life”. Dazu Rock Carvings, Sichuan, China. Bron: Wikimedia

Het volstaat dus niet om te weten dat een bepaald karma negatief is om het tegen te houden. Het volstaat niet eens om te voelen dat het onaangenaam is om het te stoppen. We moeten er echt een dagelijkse praktijk van maken om het te zien, voelen, erkennen en dan al onze meditatieve aandacht gebruiken om de lading rustig te laten opbranden zonder erop te reageren. Tot we helder genoeg te zijn om te weten hoe we er best op reageren. En emotioneel vrij genoeg om dat ook te doen.

Drie soorten karma

Karma is complex. Net als een virus kruipt het overal in ons systeem. Om dat te beseffen kan het eenvoudige lijstje van de drie karma’s ons helpen:
– Karma zit in onze lichamelijke handelingen.
– Het zit in onze woorden.
– En karma zit in onze gedachten.

Dat lijstje is niet meer dan een handig middeltje, het is geen dieptepsychologisch model. Maar het werkt wel.

Want zelfs als we ons lichamelijk inhouden om idiote dingen te doen (ik geef de fietser géén duw zodat hij niet onder een auto rijdt), transformeert de karmische lading in een neiging om erover te blijven bitchen en het karma zo in stand te houden (‘Bah, die fietsers zijn de dictators van het verkeer geworden!’). Lukt het ons om onze mond te houden, verhuist de neiging makkelijk genoeg naar onze gedachtewereld, waar we de brandhaard lekker opstoken met ons karmische grote gelijk en het uitwerken in een andere situatie (ik geef bij thuiskomst mijn kinderen een uitbrander over een kleinigheidje). Pas als we onze gedachten ook kunnen laten schieten, kan de karmische lading stilaan uitdoven zonder brokken te maken. (Dat is overigens wat nirvana betekent: uitdoven.) Als ons lichaam, onze taal en onze geest gekalmeerd zijn kunnen we zinniger reageren op wat zojuist gebeurd is.

Doen we dat niet, dan wordt het risico alleen maar groter dat we geleefd worden door onze allerkleinste kantjes. Doen we dat wel, dan groeit de mogelijkheid om iemand te worden die zo indrukwekkend volwassen is dat we hem ‘een boeddha’ noemen. Het komt allemaal in grote lijnen neer op een Amerikaans gezegde dat vaak in de mond van de Boeddha wordt gelegd. Ten onrechte, zoals zo vaak, maar in dit geval lang niet ongepast: “Zaai een daad en oogst een gewoonte: zaai een gewoonte en oogst een karakter: zaai een karakter en oogst een toekomst.” Of nog korter: we hebben geen karma, we doen karma.


Lees ook:

Alle andere delen in de serie boeddhistische lijstjes