Doneer
Onrecht bestaat niet

Onrecht bestaat niet! Of toch wel?

“Waarom moeten mensen altijd kakken op de zwakken?” vraagt Loes zich de laatste tijd vaak af. Het lijkt wel alsof mensen geloven dat we de ervaringen krijgen die we verdienen. Helaas werkt die overtuiging averechts. Het leven ís niet eerlijk, denkt Loes. En dat weten boeddhisten al lang!

Ook ik ben er in de afgelopen maand niet aan ontkomen: de enorme hoeveelheid artikelen en discussies met de hashtag ‘metoo’. In die gesprekken valt het me steeds opnieuw op: slachtofferschap, daar is niemand echt dol op. In veel van de #metoo-discussies wordt slachtoffers van alles verweten. Van waarom hebben ze er niet eerder iets van gezegd? tot waarom hebben ze niet harder van zich afgebeten?

Die publiekelijk geuite ‘verwijtbare zwakheid’ beperkt zich niet tot slachtoffers van seksueel misbruik. Ik merk het ook als het gaat om mensen die ziek zijn, of die psychologische problemen hebben. In mijn beleving wordt hun leed hen vaak kwalijk genomen, alsof het iets is waar ze schuld aan hebben.

Ik vind dat wonderbaarlijk. Waarom schoppen mensen naar beneden? Waar halen ze het idee vandaan dat het hebben van een slechte ervaring altijd het gevolg is van een eigen keuze? Wat is er gebeurd met het gegeven dat je als mens soms gewoon domme pech hebt? Dat mensen shit op hun bord krijgen die ze helemaal niet verdienen?

Goede dingen voor goede mensen?
Precies daar zit hem denk ik het knelpunt. Mensen vinden het moeilijk om te geloven dat het leven onrechtvaardig is. Een menselijke eigenschap die in de jaren zestig door de Amerikaanse sociaal psycholoog Melvin Lerner is vervat in de term just world hypothesis: onze onbewuste aanname dat de wereld inherent eerlijk is. Het is de denkfout dat handelingen altijd moreel eerlijke gevolgen opleveren. Goede daden worden dus beloond, en slechte daden bestraft, alsof er een soort universele kracht is die de balans herstelt (tegenwoordig is het hip om die kracht karma te noemen). Die onbewuste overtuiging kun je versimpelen tot: good things happen to good people. En slechte dingen overkomen dus alleen slechte mensen. Dat is victimblaming in al zijn lelijke glorie. 

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Melvin Lerner merkte dat patiënten in de psychiatrische kliniek waar hij werkte, vaak de schuld kregen van hun lijden, ook van de verder heel lieve en zorgzame verplegers en dokters. Daarom wilde hij de just world-hypothese onderzoeken. In 1966 deed hij een experiment waarin mensen moesten toezien hoe iemand elektrische schokken kreeg. Eerst waren de toeschouwers van streek, maar naarmate het lijden doorging en bleek dat ze er niets aan konden doen, begonnen ze het slachtoffer zwart te maken. Hoe erger het lijden, hoe meer afbreuk er aan het slachtoffer werd gedaan.

Geconfronteerd met een fundamenteel onrecht én hun eigen machteloosheid begonnen de toeschouwers zichzelf ervan te overtuigen dat het slachtoffer zijn lijden verdiende. Weg onrecht!

Grip op het leven
Lerners onderzoek is vaak herhaald, onder andere met slachtoffers van verkeersongelukken, verkrachting, huiselijk geweld, ziekte en armoede. De uitkomst is steeds: slachtoffers worden én beschimpt én schuldig bevonden voor hun lijden. Zo kan het geloof in een eerlijke wereld behouden blijven.

Dat geloof hebben mensen niet voor niets: zo kunnen ze het beter uithouden in een óneerlijke wereld. Als acties juiste en voorspelbare gevolgen hebben, houden mensen het gevoel dat ze invloed kunnen uitoefenen op de wereld. Dat is belangrijk voor ons welzijn en onze geestelijke gezondheid, zo kunnen we ook plannen maken en doelen nastreven, grip houden op ons leven. Bovendien, als things happen for a reason, is niet alleen jouw pech, maar ook mijn geluk verdiend. Voelt goed!

We gebruiken dus irrationele strategieën, zoals de just world-hypothese, om het onrecht in de wereld (en dus onze fundamentele kwetsbaarheid) te ontkennen, te negeren of goed te praten. Lerner noemde zijn boek hierover: The Belief in a Just World: A Fundamental Delusion (1980).

Onrecht
Wie gelooft in het bestaan van onrecht, heeft waarschijnlijk meer sympathie voor deze vrouw dan mensen die ‘lijden’ aan de just-world hypothese.


Eerlijke wereld = meer lijden
Daar kunnen wij boeddhisten wat mee! Delusions eten wij immers voor ons ontbijt. En terecht, want het negeren, goedpraten of rationaliseren van lijden, maakt het lijden alleen maar erger. Een voorbeeld: uit een onderzoek uit 2009 blijkt dat antisemitisme wordt aangewakkerd door Holocaustherdenkingen. Want door machteloos te moeten kijken naar zo’n groot onrecht gaan mensen onbewust de slachtoffers een klein beetje zwartmaken.

Dat kan niet de bedoeling zijn. We kunnen niet blijven doen alsof onrecht niet echt is, terwijl we het slachtoffers nog moeilijker maken dan ze het al hebben. Het afwerpen van onze oogkleppen, het confronteren en accepteren van de realiteit, zodat we ons kunnen gaan inzetten voor verlichting van het menselijk lijden, lijkt mij een typisch boeddhistische keuze.

Boeddhisme is waar

Goede en slechte mensen en pech en geluk kruisen elkaar constant op de meest onlogische en willekeurige manieren.

Tweet
Het is natuurlijk doodeng om echt je ogen te openen voor de harde realiteit van onze wereld. Je kunt nergens op rekenen, je hebt niet zoveel invloed op de dingen, goede mensen hebben ook pech en het leven kan op elk moment eindigen. Bah.

Toch is het belangrijk, vindt ook evolutionair bioloog Robert Wright, die tevens auteur is van het boek Why Buddhism is True. Daarin betoogt hij dat het boeddhisme niet enkel waar is, maar ook van groot belang. Hij zegt dat onze eerste emotionele reactie op dingen vaak niet klopt en ook contraproductief is voor de situatie. Dat is evolutionair gezien vaak wel handig, maar het levert lijden op voor onszelf en voor anderen. Deze gut reactions, waar je volgens mij ook de just world-hypothese onder kunt scharen, kunnen volgens Wright, en dat wisten we natuurlijk al, worden weggewerkt met meditatie. Door meditatie zien we de wereld helderder, en dat maakt ons gelukkigere en betere mensen. Het boeddhisme toont ons niet enkel de waarheid, zegt Wright, maar ook de morele waarheid, en doet ons zo ethischer handelen.

The truth will set us free, dus. Goede en slechte mensen en pech en geluk kruisen elkaar constant op de meest onlogische en willekeurige manieren. Er is geen morele kracht die de boel een beetje eerlijk verdeelt. Als we dat in kunnen zien, en denkfouten als de just world-hypothese kunnen leren omzeilen, dan creëren we op termijn een gezondere samenleving.