Doneer
Berlijn

Cool to be kind

Vertederend vriendelijk. Anders kan Tom Hannes het niet omschrijven, hoe het voelde om een weekendje vrij van werk in Berlijn te zijn. Tom zou echter Tom niet zijn als hij daarin geen voer ziet voor zijn boeddhistische praktijk.

Vertederend vriendelijk. Ik vind geen betere omschrijving. Zo voelde het enkele weken geleden om een weekendje in Berlijn te zijn. Af en toe doen mijn vrouw Kyoko en ik dat. Dan parkeren we onze kindjes bij de grootouders, zetten onze werkdruk op nul, pakken zo weinig mogelijk in en trekken er een paar dagen tussenuit. Onder andere in Berlijn dus.

Niet dat we de stad of haar inwoners goed kennen. We zijn er maar twee keer een weekendje gaan uitrusten. We weten dus niet hoe het is om er te wonen of te werken. Er zijn wijken genoeg waar we nog niet zijn geweest. Maar waar we wel zijn geweest, was het twee keer erg opvallend: hoe rustig een fietser er omgaat met een voetganger die in de weg loopt, hoe geduldig een autobestuurder checkt of je de straat wil oversteken, hoe zachtjes de serveerster zich gedraagt als ze merkt dat ze je bestelling is vergeten door te geven, hoe discreet en lief een museumsuppoost even komt vragen of je iets aan het zoeken bent… de tienduizend flinterdunne contactjes per dag die je anders niet eens opmerkt, waren er zo ontzettend vriendelijk. Vertederend. En inspirerend.

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Ons enige souvenir is de zin om het thuis ook zo aan te pakken

Tweet
Hoe anders gaat het eraan toe in onze thuisstad Antwerpen. Daar lijkt het wel alsof iemand die door de voordeur naar buiten gaat, zich in een nauwe bewustzijnstunnel wurmt, klaar om zich beledigd te voelen bij de geringste storing. Een rood licht (!), een verkeersgebruiker die een klein beetje iets stoms doet (!!), of zelfs een voetganger in het park die een fietser in zijn vaart remt (!!!). Allemaal redenen om geïrriteerde bagger over je heen te krijgen. Misschien komt het door de bomen.

De Berlijnse binnenstad is ontzettend groen. Zeker in vergelijking met Antwerpen, waar bomen in de eerste plaats gezien worden als een mogelijk gevaar voor het autoverkeer.

Berlijnse cool
Misschien heeft het met de geschiedenis van de stad te maken. Na een bezoek aan het Stasi-museum (zeker doen) kun je vermoeden dat de Berlijners het hebben gehad met elkaar de duvel aan te doen. Maar eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe het komt. Wij waren gewoonweg tevreden met het hele weekend onder de indruk te zijn van de Berlijnse cool.

Cool niet in de zin van dandyeske egotripperij, maar in de zin van de wereld te nemen zoals zij is, daar een zeker gemak in te vinden en pas te corrigeren of evalueren waar het echt nodig is. Cool to be kind. We hebben geen enkele foto genomen van ons tripje. Ons enige souvenir is de zin om het thuis ook zo aan te pakken. Sindsdien, telkens als we onze voordeur opentrekken, nemen we onszelf voor om de tienduizend flinterdunne contacten met de wereld ‘op Berlijnse wijze’ aan te gaan. Heerlijke praktijk. Instant verlichtend.

Kritische zin
Het klinkt misschien te simpel of te melig om hier een column aan te wijden. Maar vandaag lijkt het me toch niet overbodig. We leven in een tijd waarin het steeds moeilijker wordt om op een gezonde wijze kritisch te zijn. Onze samenleving en onze planeet staan voor zulke grote problemen. Dat heeft me ertoe geleid om in eerdere columns van leer te trekken tegen een boeddhistische praktijk die alleen maar uit is op een gelukzalig ‘zelfgevoeltje’. Om te opteren voor een boeddhisme dat ook kritisch, verontwaardigd en zelfs boos mag zijn.

Maar de medaille van de kritische zin heeft ook een andere kant. Een gezonde kritische zin vereist een kerngezonde tolerantie: toelaten wat er is, zoals het in al zijn onvolmaaktheid is, en er vriendelijk en zorgzaam mee omgaan. Kritische zin is een schaars goed. We kunnen hem niet de hele tijd botvieren of hij wordt afgemat en ziek. Dan verliezen we onszelf in irritaties over kleinigheden en verwarren discussies met scheldpartijen – onszelf wijsmakend dat we de wereld er een dienst mee doen. (Helaas zijn onze politici daar eerder een symptoom van dan een voorbeeld van hoe het beter kan.) Ik blijf me verbazen hoeveel protest en onmin er is over de kleinste prullen, terwijl er nauwelijks gereageerd wordt over de afbraak van een rechtvaardige verdeling van welvaart en de griezelige omvang van de klimaatveranderingen. Ik denk dat een actief beoefende tolerantie, met name in de flinterdunne contacten die we de hele dag door hebben, daarvoor een uitstekend hulp kan zijn.

Zo kan onze broodnodige kritische zin rusten en zijn moreel kompas terugvinden. Zo helpt het mij in elk geval. Je kunt voor die praktijk de grote woorden bovenhalen (‘eenheid met alles en iedereen’, ‘overstijgend mededogen’ of ‘universele liefde’), maar zoals uit heel wat studies blijkt, is degene die de grote woorden graag in de mond neemt, doorgaans niet degene die ze in de praktijk brengt. Ook daarom werkt het voor Kyoko en mij beter om gewoonweg te zeggen: ‘Op z’n Berlijns.’ Want daar zagen we het in de praktijk werken zonder dat er iemand prat op leek te gaan. Zo leek het ons toch. En zo doen we het hen dan nu ook na. En het werkt nog ook. Ich bin ein Berliner.

Titelbeeld: Glyn Lowe