Doneer
stilte header 1620

“We hebben de stilte nodig om onszelf te zijn”

Johannes Schiettecatte is een Belgische monnik. Loes sprak met hem over de aantrekkingskracht van stilte en onze angst ervoor. “Je gaat het ultieme pas vinden als je een verschrikkelijke woestijnervaring doormaakt.”

Wie kan er beter iets over stilte vertellen dan een echte monnik? Johannes Schiettecatte behoort tot de rooms-katholieke bedelorde van de karmelieten, en woont in het klooster in Brugge. Maar hij draagt geen bruine pij vandaag, want de monnik is met sabbatical. Een jaar lang verblijft hij in een studiootje niet ver van het Karmelietenklooster. Fantastisch vindt hij dat, midden tussen de mensen wonen, onder een jong koppel, om hem heen mensen die werken en naar school gaan. Maar lukt het hem nog een beetje om de stilte te vinden, nu hij in de wereld is?

“Nou, ik ben mij wel bewust geworden van het comfort van het klooster. Nu is het helemaal anders. Vooral ’s ochtends en ’s avonds heb ik geen stilte. Ik zet weleens zachte muziek aan, en ik heb ook een paar keer aan de buren gevraagd of ze wat stiller konden zijn, maar dat hielp niet veel, dus dat heb ik gauw losgelaten. Ik heb geleerd er niet tegen te vechten. Dankzij 28 jaar in de Karmel kan ik makkelijk tot innerlijke stilte komen.”

Johannes is naar eigen zeggen geen modelkarmeliet. Ook andere religies inspireren hem, zoals het hindoeïsme en boeddhisme, en nu vooral het islamitische soefisme en de joodse kabbalah. Die laatste stroming gebruikt juist lawaai als inspiratie.

“Volgens de kabbalah behoren ook hinderlijke geluiden tot het goddelijke. Dan is lawaai dus een ontmoeting met het goddelijke, net zoals de stilte. Zo kan ik met lawaai omgaan. Je moet zeggen: ik ga mij er niet door laten storen. Maar je moet daarvoor goed in je vel zitten.”

Is er echt stilte in het klooster? Want eigenlijk is het nooit helemaal stil.
“Nee, hier in het klooster zijn ook bezoekers en er zijn altijd wel wat personeelsleden. Maar de grote mysticus van de Karmel, Johannes van het Kruis, zei dat het vooral gaat om het zwijgen van de verlangens. Als we druk bezig zijn met verlangens, net zoals de tweede waarheid van het boeddhisme zegt, dan is er lawaai. Als er dan uiterlijke stilte is, dan is dat slechts een illusie. Verlangens verstoren de echte stilte. Kun je die verlangens het zwijgen opleggen, dan kan dat best gepaard gaan met het grootste lawaai.”

Maar hoe leg je die verlangens het zwijgen op?
“Dat is met de jaren gekomen. Verlangens worden minder, anders. Maar uiteraard doe ik ook aan meditatie en dat is de belangrijkste manier om tot een houding van stilte te komen. Johannes van het Kruis zei ook: veel handelingen scheppen een gewoonte. In begin moet je de stilte veel opzoeken, dan wordt het een tweede natuur. Dan creëer je een houding van meditatie die je altijd bijblijft.”

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Wat houdt christelijke meditatie precies in?
“Tot en met de 20e eeuw was christelijke meditatie nogal mentaal. Het was veel nadenken, veel woorden. Dat is waarschijnlijk een van de redenen dat het christendom in de 20e eeuw veel terrein is kwijtgespeeld aan de oosterse tradities. Er zijn toen een paar christelijke bewegingen ontstaan die oosterse elementen hebben omarmd. Allereerst de christelijke meditatiegroepen van John Main, een benedictijn die zijn mosterd heeft gehaald bij de mantra van het hindoeïsme. De tweede beweging is van een Amerikaanse trappist, Thomas Keating, die zich baseert zich op een christelijk document: de wolk van niet-weten, en op het boeddhisme.”

“Een derde bron van vernieuwing van christelijke meditatie is het Jezusgebed. De orthodoxe christenen van het Oosten hebben altijd al een mantra herhaald: ‘Heer Jezus Christus Zoon van God, ontferm u over mij’, vaak gereduceerd tot alleen de naam Jezus. In de 6e of 7e eeuw na Christus deden ze dat al, maar het is pas in de 20e eeuw in de katholieke kerk doorgedrongen.”

We geven één gedachte aan onze geest, en door die armoede schep je vanzelf een meditatieve houding

Tweet
Ook Johannes Schiettecatte haalt inspiratie uit zo’n mantra. Vroeger herhaalde hij de naam ‘Jezus’, en enkele jaren geleden het woord ‘liefde’. Nu gebruikt hij vooral het woord ‘jij’.

Dat is wel een heel kort mantra. Hoe werkt dat?
“Ramana Maharshi, een hindoemysticus, zei: de geest is als een olifant. Een fantastisch rijdier, maar er is één probleem: zijn slurf grijpt naar van alles en hindert je. Dus hoe krijg je die stil? Geef hem iets te dragen. Dan grijpt hij niet meer naar de takken en de bessen. Zo moeten we ook onze beweeglijke geest iets te dragen geven. Van veelpuntigheid kom je naar leegte door middel van eenpuntigheid. We geven één gedachte aan onze geest, en door die armoede schep je vanzelf een meditatieve houding. Als je daarin volhardt, kun je zelfs die ene gedachte loslaten.”

Waarom gaan mensen over de hele wereld op zoek naar leegte, of stilte?
“We voelen dat het lawaai (fysiek en mentaal) ons onrustig maakt. Prikkels vermoeien ons. Dingen trekken ons in hún richting. Hoe meer dingen er zijn, in hoe meer richtingen we getrokken worden. En als we in veel richtingen getrokken worden, dan krijgen we een fragmentatie van onze persoonlijkheid. Wij lijden onder die fragmentatie, die innerlijke verdeeldheid.”

Toch heeft de stilte ook iets angstaanjagends..
“Absoluut. We worden erdoor aangetrokken om het fijne dat we erin vermoeden, maar we willen ook de gratificaties van prikkels niet loslaten. Stilte, dat is ont-hechten van dat alles. Johannes van het Kruis zei: je gaat door de ‘nacht van de zinnen’. Alles in de wereld dat ons aangenaam is, moeten we loslaten om daar vrij van te worden. Daarna is er iets geestelijks dat het zintuiglijke compenseert: de religieuze wereld. Die sterkt ons in onze nacht van de zinnen. Maar hij zegt: nu komt het. Nu moeten we ook al het religieuze loslaten, het gebed, de sacramenten, boeken, gedachten over god, dat moet allemaal sneuvelen. Dat is de ‘nacht van de geest’.”

“Als na het zintuiglijke ook het religieuze wegvalt, blijkt dat we uiteindelijk niets hebben, niets zijn. Dan komt onze radicale armoede naar boven, onze futiliteit. Onze bestaansangst, onze angst voor zinloosheid, onze radicale eenzaamheid, verveling. Dat komt in een diepere stiltepraktijk allemaal naar boven, en daarvoor deinzen we terug.”

“Daarom zeggen mystici: maak je geen illusies, je gaat het ultieme pas vinden als je een verschrikkelijke woestijnervaring doormaakt.”

Hmm. Dat klinkt eigenlijk niet zo aantrekkelijk.
“Nee. Dat is ook wezenlijk voor ons. Als ego’s zien we vooral dat wat we moeten loslaten. Daar deinst het ego voor terug. Maar daar kunnen we het positieve tegenover plaatsen. Beelden van mystieke vervulling, de vrijheid van een Boeddha, de liefde van een Christus, het geluk van een Franciscus, de vreugde van de chassidim. We moeten mystiek lezen om ook het mooie te zien.”

“En ten diepste moet liefde ons motiveren, liefde voor de ander. Ik wil beter worden voor mijn medebroeder en medezuster. Daarom zoek ik de meditatie op, de stilte. Maar liefde voor onszelf mag ook: alle vreugde en vrijheid die we mogen genieten.”

Hebt u nu het gevoel dat u door de woestijn bent gegaan en er gelouterd weer uitgekomen bent?
Stellig: “Neeee. Dat is een levenslang proces, meer een spiraalvorm. De woestijntocht is een progressief proces. Johannes van het Kruis zegt: de woestijn is grillig, kent onderbrekingen. Je wordt eventjes beproefd, en dan haalt God je weer uit de woestijn. De woestijn bestaat ook in je dagelijkse beproevingen: een kind dat aan de drugs is, of het verlies van een geliefde. Het is niet per se een mystieke ervaring uit de hoogte, maar een aspect van ons leven.”

Ook in het boeddhisme leeft dat beeld wel: de Boeddha had heel lang gemediteerd onder de bodhiboom en toen was hij verlicht, klaar.
“De mystieke literatuur getuigt ervan dat je op weg naar God gaat en dat hij je tegemoetkomt. Dus je moet er zelf ook wat voor doen. Mystiek is regen, en God schenkt regen, maar je akker moet omgeploegd zijn.”

“Mystiek is voor iedereen, het is niet elitair. Het mystieke contact is de essentie van ons zijn, het is God die ons schept, God die ons verlost. We moeten ons dus bewust worden van iets wat er al is. Net zoals Plato zegt: de waarheid kennen wij, die is ons ingegeven, wij moeten ons die alleen nog herinneren. De aanwezigheid is er, jij moet aandachtig worden voor die aanwezigheid.”

Is stilte volgens u een levensbehoefte?
“Ik denk het wel. Want we hebben die sfeer nodig waarin we onszelf kunnen zijn, waarin we onszelf niet verliezen in anderen of andere dingen. We hebben die persoonlijke integriteit nodig, thuis zijn bij onszelf. We zoeken eenheid: het leven in de kosmos is veelheid, we bewegen naar buiten toe. Voor de beweging naar binnen toe, eenheid, hebben we stilte nodig.”

Wat heeft de stilte u persoonlijk gebracht?
“Ik ben heel nerveus, dat had je misschien al gemerkt, dus ik heb ook sterk die behoefte aan eenheid. Voor mij heeft stilte ook een essentiële rol gespeeld in mijn behoefte aan waarheid. Ik heb een hele levenstocht ondernomen van studeren en zoeken en vragen. De laatste jaren ben ik tot het inzicht gekomen: de vraag naar waarheid is onoplosbaar. Het mysterie kan niet gelicht worden, noch het mysterie van god, noch dat van de medemens, noch dat van mijn eigen bestaan. Ik ga niet tot stilte komen als ik naar een antwoord blijf vragen. De stilte breekt door wanneer men het mysterie accepteert.”

Meer over Schiettecatte en de karmel lees je in dit interview op de website van Kerknet.

Headerbeeld: Elisabetta Foco


Kijk nu naar In Pursuit of Silence

We worden voortdurend – al dan niet vrijwillig – omringd door geluid. Stilte wordt meer en meer een zeldzaam goed of zelfs iets uit vervlogen tijden. Maar bestaat pure stilte? Waarom gaan we ernaar op zoek? Of omgekeerd, waarom lopen we er net van weg?
Kijk nu online >>