Doneer
Georg_Emanuel_Opiz_Der_Völler_1620

De BH-FFWHFHH…!-factor

Wat heeft uitbuiken te maken met het kersverse woord uitburgeren? Tom Hannes zag het woord op Facebook en kreeg een openbaring. Uitburgeren is een politieke vorm van uitbuiken.

Uitbuiken is één van de lelijkste woorden van onze taal. Vind ik. Maar het staat in Van Dale. Dus het bestaat. Voor wie er niet mee vertrouwd is: uitbuiken is achterover hangend aan tafel blijven zitten na het eten. Dat wordt niet altijd als sympathiek beschouwd. Zeker niet als je eraan begint net wanneer je tafelgenoten aan de vaat beginnen.

Uitbuiken kan tot op virtuoze hoogte beoefend worden: in slowmotion leunt de uitbuiker dan traag achteruit, alsof hij plots driehonderd kilo meer weegt, staart hol-ogig naar een onzichtbaar punt ergens boven ieders hoofd, en kreunt, onder begeleiding van iets dat op het begin van een boer lijkt: BH-FFWHFHH…! Doen jullie maar. Ik moet nog even uitbuiken. Wars van enige gêne tegenover de tafelgenoten die als mieren in het rond rennen, onthecht van de taken die in de buitenwereld op hem wachten, gaat hij in een innerlijke wereld op, waarin hij enkel zit en niets doet. Tot een (voor anderen onhoorbaar) signaal in hem afgaat, weer begint te bewegen, en hij tegen een (voor anderen onzichtbare) gesprekspartner roept: O-ké! Dan is hij uitgebuikt en kan hij weer aan de slag.

Uitburgeren

Waarom schrijf ik dit? Omdat ik het over een ander woord wil hebben: uitburgeren. Vind ik wel een mooi woord. Staat ook in Van Dale, maar ik ben eerlijk gezegd niet zo gelukkig met de betekenis die eraan gegeven wordt: je voorbereiden op een bestaan buiten Nederland. Voor de onderbuik van mijn taalgevoel volstaat deze betekenis niet voor zo’n beloftevol woord. Er zit een betere betekenis in verborgen. Eentje met een gelijkaardige BH-FFWHFHH….!-factor als uitbuiken.

Zo’n alternatieve betekenis werd me enkele dagen geleden geopenbaard op Facebook. Ik had me er vrolijk gemaakt over een Vlaamse populistische politica die een dag tevoren in de media had gepleit voor een inburgeringsexamen voor allochtonen en één dag later in dezelfde media ontkende dat ze dat ooit gezegd had. Ik vroeg me in m’n post af of ze morgen zou ontkennen dat ze vandaag had ontkend dat ze dat gisteren had gezegd. ‘Tijd om uit te burgeren’, schreef iemand als antwoord. Meteen braken de wolken boven mij open en daalde de alternatieve betekenis over mij neer: Uitburgeren is een politieke vorm van uitbuiken. Het is wat er met je gebeurt als het politieke luik van het journaal weer eens te veel schaamteloosheid heeft geserveerd om zomaar te kunnen verteren. Net zoals uitbuiken ons eventjes ontheft van onze plicht om deel te nemen aan de huishoudelijke activiteiten, zo laten we tijdens het uitburgeren onze plicht los om ons betrokken te voelen bij de democratie.

Geef toe, het is soms nodig. Zeker sinds de opkomst van He-Man Trump, lijken steeds meer politici zich te gedragen alsof ze daar maar één les uit te trekken hebben: wie erin slaagt zich het best te profileren als de playground bully, heeft in het stemhokje het meeste succes. Misschien lukt het de bullebakken zelf niet om in het kabinet te geraken, maar dat hoeft ook niet. Het kabinet zal het werk wel voor hen opknappen. Zo bang is het kabinet om de steun van de ‘onderstroom’ te verliezen. Er lijkt maar één mogelijk verzet: zo goed mogelijk op de bullies lijken en tegelijkertijd juichen dat ze hen verslagen hebben. En dat moeten we maar blijven slikken. Of we als burgers nu links of rechts, behoudend of revolutionair, gematigd of radicaal zijn, bij zoveel ongestrafte schaamteloosheid, smeekt onze overladen bullshit-vertering om een time-out.BH-FFWHFHH…! Even geen zin om daar nog langer iets zinnigs over te denken, zeggen, schrijven of wat dan ook. Trekken jullie maar de barricade op. Ik moet een tijdje uitburgeren.

Begrijpelijke reactie. Ik zie het mezelf ook steeds vaker doen. Maar is het goed?

Uitbuikboeddha

Als boeddhist heb je natuurlijk altijd een excuus om even te zitten nietsdoen, terwijl de dwaze buitenwereld blijft draaien. We noemen het gewoonweg ‘meditatie’ en onze eer is gered. Even de Uitbuikboeddha belichamen. Dat heeft twee onmiddellijke voordelen. We voelen een deugddoende rust over ons neerdalen. En we kunnen ons in onze gelijkmoedigheid ook nog eens beter voelen dan de ijverige dwazen om ons heen. Zoals de tafelmieren na het eten. Of de barricadisten op Facebook na een zoveelste politieke schaamteloosheid.

Maar als we onszelf boeddhistisch willen noemen, moeten we eerlijk zijn en het spel helemaal spelen. Een activiteit ‘meditatie’ noemen, maakt ze nog niet goed. We kunnen zelfs zeggen dat mediteren niet zo veel te maken heeft met goed of kwaad. Zelfs al word je er helemaal rustig van. Zelfs al heb je meditatie-ervaringen die je voor de rest van je leven gelijkmoediger en blijer maken. Fijn is niet hetzelfde als goed. Goed en kwaad gaan over karma. En karma, zei de Boeddha, gaat over intentie. Ondanks mijn gammele verhouding met oude Indiase esoterische theorieën, vind ik deze insteek van de Boeddha wel een heel erg goeie.

Uitbuik-karma

Laten we uitbuiken nog eens als voorbeeld nemen. Of uitbuiken goed of slecht is, hangt dus af van de intentie waarmee aan uitbuiking wordt gedaan. De spirit waarmee uitgebuikt wordt. En ja. Even wachten tot onze geest en ons lichaam weer vrij genoeg zijn om goeie dingen te doen in het huishouden, lijkt me prima uitbuik-karma. Iemand die een paar minuten lang een tafelparasiet leek, kan zich plots ontpoppen tot de drijvende kracht achter de rest van de huishoudelijke activiteiten. Hij kan zich zelfs met meer inzicht en vreugde aan de taken van de dag wijden dan alle ijverige tafelmieren tezamen.

Het bestaat. Maar dan moet het ook daadwerkelijk gebeuren. Want niets is zo weerzinwekkend als iemand die zichzelf wijs en rustig waant als masker om de anderen alle werk te laten doen. De geroutineerde uitbuiker, die tijdens de hele maaltijd alweer schaamteloos heeft zitten schranzen, en na et feest geheid de afwas aan de anderen laat. Zo iemand belandt – wéét ik in een bui van esoterisch fundamentalisme – voor honderdduizend levens in de uitbuikers-hel.

Voor uitburgereraars geldt hetzelfde. Ja, soms weten we echt niet meer hoe we moeten reageren op de schaamteloosheid die ons langs alle nieuwskanalen bereikt. Even uitburgeren kan dan deugd doen. Kan zelfs wijs zijn. Maar als we nieuwsfeiten blijven schranzen, kunnen we niet blijven doen alsof we verrast worden door een burger-indigestie. Misschien is het wel tijd om ons nieuwsvergarings-karma te veranderen. Door op informatie-dieet te gaan. Niet per se door minder informatie te vergaren, maar door betere informatie te zoeken. Op zoek gaan naar wat er ten goede leeft. Wat er bestaat aan verzet, mogelijk ver onder de radar van de grote nieuwsbulletins. Er zijn schrijvers en sprekers genoeg die op haast missionerende wijze melding maken over mooie nieuwe hoopvolle ideeën. In Vlaanderen is de Nederlandse Rutger Bregman daar wellicht het bekendste voorbeeld van.

Maar er zijn er zoveel anderen. Wereldwijd. Die zijn niet per se links of progressief of radicaal. Ook wie geen zin heeft in wilde nieuwigheden, kan om zich heen kijken. En getuige zijn van de tienduizenden kleine goeie dingen die elke dag gebeuren. Hoe mensen zich in de praktijk doorgaans laten leiden door een gevoel van normaal menselijk fatsoen. Common decency bestaat in een waaier aan ideologische kleuren. Ook daaraan kunnen we ons voeden. Eraan deelnemen. Ertoe bijdragen. Opdat alleen al door ons gedrag de hoop in de donkere tijden blijft bestaan.

Burger dus zoveel uit als je nodig hebt. Je verteringsstelsel heeft z’n noden. Dat is waar. Maar alsjeblief, gebruik niets doen niet als middel om je verhevener te voelen dan wie op de barricade staat. Stinken naar zen, wordt zoiets soms genoemd. En ook daar bestaat een speciale hel voor. Daar ben ik, voor de gelegenheid, rotsvast van overtuigd.

Headerbeeld: Der Völler van Georg Emanuel Opiz