Doneer
The Stolen Kiss

Longread: Een boeddhistische kijk op romantische liefde

Valentijnsdag komt eraan. Ben je sceptisch over de romantische liefde? Boeddhisten zijn dat ook! Lees hier een vertaling van een essay van de Amerikaanse monnik Bhikkhu Nyanasobhano. “In de spirituele leegte van het moderne bestaan is het willen van liefde steeds moeilijker te onderscheiden van de liefde zelf.”

Als het mogelijk is om een doel in het leven te hebben, wat zou dit doel dan moeten zijn? Het zou misschien een leidraad kunnen zijn, een filosofie, een belangrijke waarde die onze handelingen en gedachten informeert en stuurt. Leven met een doel betekent serieus leven – maar niet per se wijs leven — en het volgen van een bepaald pad, een geloof in een centrum van de wereld of een oceaan waar we naartoe stromen, of een einde dat alle rumoer der beschaving doet bedaren. Vriend, wat is het doel van jouw bestaan, of wat zou het moeten zijn?

De meesten van ons komen misschien niet echt tot een duidelijke conclusie. Maar dit betekent niet dat het leven geen doel heeft. Het betekent alleen dat we het niet willen zien, of niet willen toegeven, of niet zelf durven te kiezen wat het is. In het ongelukkigste geval gaat de natuur gewoon haar gang, met als gevolg een verwarde zwerftocht door de moerassen van het verlangen. Als het leven niets betekent dan is alleen genot de moeite waard; als het leven wel zin heeft maar we kunnen de zin niet bereiken, dan is nog steeds alleen plezier de moeite waard – dit is het perspectief van wilden, en van sommige wereldwijze filosofen. Zo’n perspectief kruipt zomaar in ons bewustzijn wanneer we geen ander doel hebben. Maar we geven er niet graag gehoor aan en, als we erover nadenken, maken we liever de zorg voor familie tot doel, de zoektocht naar schoonheid, de verbetering van de samenleving, roem, zelfexpressie, zelfontplooiing, enzovoorts. Maar als we eerlijk zijn dan is het belangrijkste doel in ons leven misschien, naast of onder al deze dingen, de zoektocht naar liefde. En dan met name de romantische liefde.

De zoektocht naar liefde – subliem, vaag, verwoestend – blijft heilig in een wereld die het heilige steeds meer veracht

Tweet

De liefde van een man voor een vrouw en een vrouw voor een man is vaak de basis waarop mensen terugvallen wanneer alle andere dromen in elkaar storten. Ze wordt als solide fundament gezien wanneer niets anders nog grond geeft om op te staan. En ook al stort de liefde regelmatig in en werpt ze mensen in een afgrond van wanhoop, ze heeft nog steeds de reputatie van iets betrouwbaars. Ook al klopt deze reputatie niet, ze verspreidt zich en blijft zich verspreiden, ongeacht wat er in de boeken over geschreven wordt. Liefde, of misschien het idee van de liefde, is de eerste, de laatste en soms de enige toevlucht voor een niet-begrijpende mensheid. Is er iets anders dat onze harten zoveel sneller laat kloppen? Is er iets anders dat ons zo in vervoering brengt? Is er iets anders dat onze levens zo levend maakt en vol van hunkering? De zoektocht naar liefde – subliem, vaag, verwoestend – blijft heilig in een wereld die het heilige steeds meer veracht. Wanneer het heroïsche en het transcendente slechts herinneringen zijn, wanneer religieuze instituten zich vullen met bureaucraten en sociaal wetenschappers, wanneer niemand nog gelooft dat er achter het plafond ook nog een hemel schuilt, blijkt er geen andere ontsnapping aan de gevangenis van het zelf dan de overgave aan de liefde. Met een grauw tijdperk van spirituele doodsheid in het vooruitzicht hebben we lief, smeken we om de liefde, treuren we om de liefde. We hebben niets hogers om voor te leven.

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Liefde is vooral hoop, een kwellende hoop. Een hunkering naar een compleetheid die niet te vinden is in de sleur van de alledaagse routine

Tweet

En inderdaad, velen geloven dat romantische liefde het hoogste goed is. In populaire literatuur, films, kunst en muziek wordt de liefde geroemd als die ene waarheid die voor iedereen toegankelijk is. Een liefde die de rede verplettert, zoals dichters romantisch verzuchten. Dit is deels haar charme en haar kracht, want we willen meegesleept worden en ons berekenende zelf ontstijgen. “Willen” is hier een belangrijk woord, want in de spirituele leegte van het moderne bestaan is het willen van liefde steeds moeilijker te onderscheiden van de liefde zelf. Het is zo krachtig dat we maar zelden zien hoe spaarzaam de beloning is, en hoe meedogenloos het verlangen. Liefde is vooral hoop, een kwellende hoop. Een hunkering naar een compleetheid die niet te vinden is in de sleur van de alledaagse routine. Dat we het eigenlijk nooit in zijn ingebeelde volledigheid lijken te kunnen bezitten weerhoudt ons nergens van. Het doet zoveel pijn dat het wel goed moet zijn.

Nagenoeg niemand twijfelt aan de superioriteit van romantische liefde. Dit alleen al is een goede reden om een beetje aan de funderingen van haar voetstuk te morrelen. Wie is er helemaal tevreden met de romantiek in zijn of haar leven? Wie heeft die vooraf ingebeelde sublieme extase gevonden? En als het er dan is, blijft het dan? Of verandert het en neemt de extase af? En als het afneemt wat gebeurt er dan met de zin van iemands bestaan? Als een doel bereikt is dan is het niet langer een doel, en kan het ons niet langer de weg wijzen of voldoening geven. Bevredigt één druppel nectar ons voor altijd?

Wanneer we genoeg hebben van grove, materiële doelen gaan we misschien op zoek naar liefde in plaats van bijvoorbeeld religieus inzicht. Want liefde lijkt zowel toegankelijker als standvastiger. Bovendien is veel institutionele religie in onze tijd verloederd tot nietszeggend humanisme. Dat is voor sommigen nog een toevlucht, maar velen die verlangen naar een authentieke en meeslepende ervaring bekeren zich tot de fantasie van de geliefde, die bron van verwondering, blijdschap en mystiek die, zo wordt gedacht, moet worden gezocht, gevonden, en dan geperfectioneerd zodat zij voor altijd plezier zal brengen – of dan in ieder geval totdat er weer een nieuwe vlam oplicht aan de horizon. Liefde is haar eigen rechtvaardiging. Zeker voor jongere mensen die geen andere inspiratiebron, geen carrière en geen verantwoordelijkheden hebben om zichzelf mee te verdoven zoals hun ploeterende ouders dat wel hebben. Het verlangen spuit door het enige kanaal dat nog open lijkt, en met duizelingwekkende volharding dringt zij erop aan dat het leven van ondoordachte passie het hoogste is dat zij kunnen bereiken. Ze denken niet logisch na, ze verliezen zich. Hun ouders denken wel – obsessief — na, maar verliezen zich net zo goed, en moeten erkennen dat ze met al hun gedachten en hun ervaring, wanneer ze gedreven worden tot uitersten, niets anders hebben om voor te leven dan de liefde.

Niemand zegt dat dit slecht is. Maar het gebeurt vanuit instinct en ongeïnformeerde passie. Liefde is zoet en het zit in onze natuur om eraan toe te geven. Maar waarom vereren we het zo hartstochtelijk en waarom zien we het als einde van onze zoektocht naar voldoening? Misschien omdat we geen andere goden zien. Maar als liefde het hoogste goed is dan is dit een hopeloos universum, want als we er even bij stilstaan zouden we moeten zien dat Cupido’s pijlen niet alleen voor opwinding zorgen maar dat ze ons ook doen bloeden.

“Man vermoordt ex-geliefde, daarna zichzelf.” “Vrouw steekt echtgenoot neer in huiselijke ruzie.” “Driehoeksverhouding leidt tot schietpartij.” Dit soort krantenkoppen verschijnen met deprimerende regelmaat. De verhalen hierachter zijn dan misschien de extreemste van de ontelbare anekdotes over passie, ze zijn een krachtige aanwijzing dat romantische liefde niet altijd een zegen is. Je zou kunnen tegenwerpen dat haat, en niet liefde, dit soort drama’s veroorzaakt, maar ligt de oorsprong van deze haat niet altijd in een eerder aangegane verbintenis die nu is verbroken? We zouden uit ervaring moeten weten dat wat wij liefde noemen gemakkelijk kan veranderen in bitterheid, jaloezie en kwaadaardigheid. En ook al protesteren we dan dat dit niet de fout van de liefde is, dan nog moeten we beseffen dat het ontstaan van het ene verlangen vaak leidt tot het ontstaan van andere verlangens. Passie is onbetrouwbaar, vluchtig, gevaarlijk, en een zwakke basis voor geluk.

Romantische liefde is een gewaagde passie, eentje waarmee soms het tegenovergestelde wordt bereikt van wat verlangd wordt

Tweet

Scheidingen, zelfmoorden, losbandigheid, geweld, verdorvenheid, fanatisme en ander lijden, groot en klein, ze zijn allemaal het gevolg van passie. En toch wordt passie in de publieke opinie nog gezien als iets prijzenswaardigs, een teken van vitaliteit en levendigheid. En hoewel iedereen toe zal geven dat ontspoorde passie gevaarlijk is, zullen de meesten zich niet realiseren dat het in de natuur zit van passie om te ontsporen. Romantische liefde is een gewaagde passie, eentje waarmee soms het tegenovergestelde wordt bereikt van wat verlangd wordt. Ze heeft misschien ook fijne gevolgen – anders zou ze niet zoveel aanhangers hebben – maar ze verhoogt de risico’s in het leven en maakt ons kwetsbaar voor zowel onze zwaktes als voor onvoorspelbaar geluk. De meesten van ons tellen de zegeningen van succesvolle liefde (hoe we dit dan ook definiëren) en vinden het de pijn van de jacht waard. Daarom moeten we leren om voorzichtig en intelligent te handelen. Met enige reden geloven we dat de liefde ons kan verheffen en verlossen, en dat ze de puurste krachten in ons naar boven kan brengen. Maar we zien minder graag in dat we, wanneer het licht der liefde dooft (zoals het tragisch genoeg bijna altijd doet), verdwalen in een beangstigend doolhof van ellende.

Waarschijnlijk zullen maar weinigen de jacht op romantiek staken uit angst voor de negatieve gevolgen. Dus wat kunnen we doen om die gevolgen iets minder negatief te maken? Als er echt niets hogers is dan liefde, niets anders om op de bouwen, dan is de treurige waarheid dat we eigenlijk niet zoveel kunnen doen, gezien de veranderlijke natuur van menselijke genegenheid. Het zou dus verstandig zijn om zeker te weten dat er geen hoger en duurzamer ideaal is voordat we ons helemaal overgeven aan de jacht op liefde.

Zoals we weten geeft het boeddhisme ons zo’n ideaal, dat niets minder is dan verlossing van alle ellende, genaamd Nibbana. Aards plezier is wisselvallig en vluchtig. Nibbana is gegrond, ellendevrij, vlekkeloos, en veilig. Aardse pijn steekt, is onvoorspelbaar en onvermijdelijk. Nibbana is helemaal vrij van pijn. Het is het einde van lijden, de ultieme toevlucht, de ultieme bevrijding. Boeddha prees Nibbana in vele bewoordingen, en erkende de fundamentele ontoereikendheid van de taal. Nibbana kan niet in woorden of concepten worden gevat. Maar het kan wel begrepen en gerealiseerd worden door diegenen die zich op de juiste manier inspannen. Dit is een essentieel punt.

Als je toegewijd bent, dan ben je niet machteloos. Het lijden kan overwonnen worden

Tweet

Nibbana is niet iets dat ons overkomt door toedoen van buitenaf; het is meer iets dat we zelf kunnen bereiken. De Boeddha zou nooit leraar geworden als hij niet had begrepen dat zijn eigen realisatie niet per toeval maar door zijn eigen verdienste tot stand was gekomen, en dat diegene die zijn instructies volgde ook voor hun eigen realisatie konden werken. Dat begrip heeft de boeddhistische religie tot op de dag van vandaag in stand gehouden. Als je toegewijd bent, dan ben je niet machteloos. Het lijden kan overwonnen worden.

Maar toch, omdat we weten we dat we verwarde wezens zijn en dat vele onzuiverheden op de loer liggen zien we Nibbana misschien als iets dat te ver van ons af staat om ons in het hier en nu van nut te zijn. We blijven een onoverbrugbare kloof zien tussen heiligen en ordinaire mensen zoals wijzelf. We denken dat nagenoeg iedereen hetzelfde is als wij (of erger). Die paar echte heiligen die er misschien in de wereld bestaan zijn waarschijnlijk zo geboren, of hebben geluk gehad dat ze hogerop zijn gekomen – wie weet hoe ze dit gedaan hebben? Maar het lot van de mens, volgens het boeddhisme, is niet dat hij veroordeeld is tot een bepaald niveau van wijsheid of deugdzaamheid. Levende wezens bevinden zich op alle niveaus en blijven niet op dezelfde plek. Ze groeien door hun eigen inspanningen en dalen door hun eigen onachtzaamheid in de eindeloze actie en reactie van intentionele handelingen (kamma) en de resultaten hiervan (kamma-vipaka).

De Boeddha onderwees de Dhamma niet voor het vermaak van de perfecte mensen; hij onderwees het voor imperfecte mensen zoals wij die moeite hadden met het vermijden van pijn en het begrijpen van de wereld. Zelfs met degenen die bij hem kwamen zonder ambitieuze spirituele doelen deelde hij het progressieve onderricht van geven, moraliteit en mentale ontwikkeling. Waarom? Omdat er altijd ruimte voor verbetering is en omdat de menselijke alternatieven niet beperkt blijven tot óf volmaakte wijsheid óf pummelige onwetendheid. We lijden minder en zijn gelukkiger wanneer we ons inspannen om het Edel Achtvoudig Pad te volgen, ongeacht onze huidige conditie.

In de klassieke bewoordingen is de Dhamma “direct zichtbaar, tijdloos, nodigt uit om te komen ervaren, voorwaarts leidend, om gerealiseerd te worden door wijzen.” Misschien kunnen we Nibbana niet zien schitteren aan de horizon, maar we kunnen wel de grond onder onze voeten zien; we kunnen een blije ademtocht herkennen, en zien wanneer we een oude pijn achter ons laten, een kwaadaardige handeling nalaten of een onrustige geest kalmeren. De Dhamma geeft zowel profijt in het hier en nu als in de toekomst. Is er dan geen voldoening in het verrichten van een goede daad met een scherpe geest? Is er geen verheffing in een moment van stille contemplatie, gered van de tumult van de dag? De Dhamma verlicht onze last in het heden en geeft ons een basis voor hoop.

Het enige geneesmiddel voor de liefde is beter liefhebben

Tweet

Wat heeft dit te maken met de problemen van de liefde? Simpelweg dit: de Dhamma zet het genot en de pijn van liefde in perspectief, zodat we de illusie kunnen loslaten van liefde als het hoogst nastreefbare en het meest essentiële verlangen van allemaal. Henry Thoreau schreef (toen hij jong was): “Het enige geneesmiddel voor de liefde is meer liefhebben.” Misschien kunnen we dit beter veranderen in: Het enige geneesmiddel voor de liefde is beter liefhebben.” Door begrip en de beoefening van de Dhamma verliezen we niet ons vermogen om lief te hebben of om van liefde te genieten – verre van dat. De Dhamma reinigt de liefde van vastklampen en egoïsme en maakt haar puurder en edeler.

Als we door ervaring de juistheid en goedheid van het pad van de Dhamma beginnen te begrijpen, ontdekken we misschien – langzaam of plotseling — dat de zo belangrijk geachte verslindende verlangens toch niet de enige reden van ons bestaan zijn, maar dat zij ingekapseld zijn in iets dat veel waardevoller is — iets dat nu nog vaag is maar zo nu en dan tussen de wolken van mogelijkheden door te zien is. Zijn de aan ons trekkende emoties dan nog wel zo belangrijk? Wanneer we ver naar voren leunen, vanuit verlangen, dan vallen we hard. Dat is hoe gehechtheid werkt. Maar wanneer we niet leunen maar rechtop staan met ons gezicht naar de hoogten, dan vloeit de liefde die we geven uit ons zonder ons te verzwakken, als een grote overvloed aan kracht. Dit is metta – liefdevolle vriendelijkheid zonder egoïsme. Hoe meer we inzien dat onze liefde niet puur is, hoe puurder ze wordt; hoe meer we inzien dat ze niet gelukkig is, hoe gelukkiger ze wordt. Nibbana overstijgt het allemaal.

Wanneer we iets hebben om voor te leven dat hoger is dan roem, eer, vriendschap of gezondheid – hoger zelfs dan de liefde — dan kunnen we nooit helemaal uitgeput of geruïneerd worden

Tweet

Als we, door onze eigen tot wasdom komende kennis, gaan beseffen dat ons ultieme en hoogste doel Nibbana, het absolute einde van het lijden, zou moeten zijn, dan komen alle doelen daaronder in een nieuw licht te staan. Wanneer we iets hebben om voor te leven dat hoger is dan roem, eer, vriendschap of gezondheid – hoger zelfs dan de liefde — dan kunnen we nooit helemaal uitgeput of geruïneerd worden. We staan zelfs in een betere positie dan ooit om te genieten van alles wat we zullen bereiken in het aardse bestaan, omdat we voor ons geluk niet langer alleen maar afhankelijk zijn van veranderlijke omstandigheden.

Liefde bekoelt, vriendschappen gaan voorbij, tegenspoed doet al het goede en het mooie vergaan. Wie kan dit ontkennen? Als we wanhoop en verdriet willen overwinnen dan kunnen we niet dwangmatig blijven investeren in dingen die vergaan. We moeten onze geest, en daardoor ons handelen, zo vrij mogelijk houden van verlangen en daarmee gepaarde onzuiverheden zoals begerigheid en bezitsdrang:

Onze handelingen worden gestuurd door de geest;
Alle verschijningsvormen van het bestaande worden voorafgegaan door het denken,
hebben het denken als hoogste leider, en zijn uit het denken gevormd.
Lijden volgt hem die met onzuivere gedachten spreekt of handelt,
zoals het wiel de voet
volgt van het dier dat de wagen trekt.

Alle verschijningsvormen van het bestaande worden voorafgegaan door het denken
hebben het denken als hoogste leider, en zijn uit het denken gevormd.
Geluk volgt hem die met zuivere gedachten spreekt of handelt, zoals zijn schaduw die hem
nooit verlaat.
–Dhammapada vv. 1, 2

Niemand kan verlangen stoppen op basis van wilskracht alleen. Maar we kunnen de ijzingwekkende greep die het op ons heeft wel verlichten door het pad te volgen en aandacht te blijven schenken aan de uiteindelijke verlossing die aan het einde wacht.

Liefde wordt er niet slechter van wanneer wijsheid haar vergezelt. Ze lijdt er niet onder wanneer haar kroon wordt afgenomen. De kwellingen die we ondergaan en toebrengen in de naam der liefde ontstaan omdat we de liefde een te zware last laten dragen. Wanneer we als leek in de wereld leven dan is het normaal dat we gehecht raken aan familie, werk, vrienden en geliefden, maar het lijden dat uit deze banden voortkomt varieert afhankelijk van onze wijsheid en volwassenheid. Wanneer we niets hogers zien en onszelf overgeven aan de loterij van verkrijgen en verliezen dan is ons lijden groot, maar als we de idealen van de Dhamma blijven volgen cultiveren we een isolatielaag tegen wereldlijke guurheid.

Binnen het boeddhisme wordt gesteld dat alles wat van nature ontstaat ook weer van nature zal vergaan. We doen er daarom goed aan ons geloof te vestigen in Nibbana, dat buiten alle concepten en grenzen valt, dat dus niet “ontstaat”, en dus niet fluctueert met het schommelende universum. Een onafhankelijke geest die gericht is op verlossing is geen koude, ongevoelige geest. Het is een geest wiens liefde niet-berekenend, heilzaam en vrij is, zonder het razende “willen” van het ego. Als we niet leven voor de liefde dan sterven we er ook niet voor. Als de luiken van onze geest openstaan voor het stralende licht van de Dhamma dan baden onze gedachten en handelingen in dat licht en zal het de vaardigheid van de dwaasheid onderscheiden.

Blinde verliefdheid is grillig, onverantwoord en oppervlakkig. Echte liefde is volwassen, serieus en evenwichtig

Tweet

Zelfs zonder de Dhamma te begrijpen zullen de meesten van ons in theorie het onderscheid kunnen maken tussen liefde en blinde verliefdheid. Blinde verliefdheid is grillig, onverantwoord en oppervlakkig. Echte liefde is volwassen, serieus en evenwichtig – al is het in de praktijk lastig om te zien waar de een eindigt en de ander begint. In ieder geval zien we het nut in van heldere perceptie en reflectie, en dit inzicht wordt scherper naarmate we de Dhamma ook echt ervaren. De kans wordt kleiner dat we onszelf voor de voeten werpen van het beminde object, en de kans wordt groter dat we met rechte rug blijven staan, eerlijk en bewust, klaar om ons geluk dapper tegemoet te treden. In een wereld die niets hogers kent dan de stuiptrekkingen van het verlangen lijkt dit misschien een achteruitgang, maar iemand die de verfrissing van wijsheid werkelijk meemaakt zal geen beperking ervaren maar eerder loskomen uit de gebondenheid aan angst en egoïsme. Je kunt liefhebben zonder dwang, vanuit vrije wil. Hoe fijn is het om liefde te geven of te krijgen zonder een rekening voor de geleverde diensten te ontvangen!

Zelfs onder gunstige omstandigheden is er geen garantie dat de liefde zal worden beantwoord in gelijke mate, of dat ze blijvend zal zijn, of dat ze onvermengde blijdschap zal brengen. Wanneer we volledig van liefde afhankelijk van zijn voor ons geluk blijven we ronddolen in de schaduw van de pijn, hoe zonnig onze amoureuze tussenpauzes ook moge zijn. Wat als we de steun van ons lief morgen kwijtraken? “Zolang we elkaar maar hebben komt alles goed”, maken we onszelf dromerig wijs. Maar we zullen elkaar niet lang hebben. Ruzies, tijd, afstand, verandering en uiteindelijk de dood verbreken alle banden tussen vrienden, geliefden en familieleden, en drijven de onoplettenden tot wanhoop en betekenisloosheid. En wanneer we geen wijsheid hebben zullen ook wij door de eenzame straten dwalen, met hongerige ogen starend in de ogen van anderen met dezelfde honger.

In zekere zin is het beoefenen van de Dhamma als het langzaam vullen van de put der onwetendheid met kennis totdat die ontzettende leegte is opgevuld en geneutraliseerd, en het hart niet langer onwetend schreeuwt om hulp

Tweet

Maar de weg van de Boeddha geeft verlichting van verdriet en ballingschap. In wijsheid vindt men veiligheid. Want liefde is breekbaar en tijdelijk, het kan ons niet voor altijd beschermen. Maar als we onze greep erop iets losser maken kan ze misschien mooier bloeien, zodat we kunnen geven en ontvangen, vrij van obstakel, manie of angst, zodat we onze krachten met elkaar kunnen delen in plaats van onze zwakten.

In zekere zin is het beoefenen van de Dhamma als het langzaam vullen van de put der onwetendheid met kennis totdat die ontzettende leegte is opgevuld en geneutraliseerd, en het hart niet langer onwetend schreeuwt om hulp. De volmaakte, die zich nergens aan vastklampt, vraagt niets en heeft niets nodig, dus is hij volledig vrij. Zijn liefdevolle vriendelijkheid is niets meer dan overvloed, de overstroming van zijn goedheid gezuiverd van behoeften, van het diepgewortelde willen en van de weifeling van ordinaire gehechtheid.

Ook al kunnen we niet meteen al onze gevoelens tegelijk zuiveren van hun slak, we kunnen wel de richting van onze gedachten veranderen, en onze houding. We kunnen reflecteren – en contempleren— over de deugden van de Boeddha en andere edelen die vrij zijn van onzuiverheden. Wat zij bereikt hebben is een beeld dat we voor ogen kunnen houden, iets hogers om voor te leven, zowel in het tumult van het conventionele leven als daar voorbij. In onwetendheid gedijt niets goeds. Hoe beter we dit gebrekkige universum begrijpen, hoe vaardiger we kunnen leven, en hoe gelukkiger we zullen zijn. Liefhebben gaat het beste wanneer we het niet doen vanuit wanhoop.

Dit is een vertaling van Nothing Higher to Live For – A Buddhist View of Romantic Love door Bhikkhu Nyanasobhano (Leonard Price)

TitelbeeldJean-Honoré Fragonard – De gestolen kus