Doneer
ex-monnik-van-monnik-naar-leek-960

Na het klooster: van monnik naar leek

Martin Petterson leidde zes jaar een monnikenbestaan in Azië. Vorig jaar hing hij zijn monnikspij aan de wilgen en nu is hij weer terug in de 'normale' maatschappij.

Zo’n acht jaar geleden had Martin Petterson (38) al zijn doelen bereikt en was nog steeds ontevreden. Hij dacht: “nou, de monniken zullen het wel weten” en besloot zich te laten inwijden. Zes jaar lang had hij een monnikenbestaan in Sri Lanka, Maleisië en later in Plum Village in Zuid-Frankrijk.

Ik ontmoette de Zweedse Martin – toen nog Swedenaye T. Dhammadinne— een paar jaar geleden tijdens een zomerretraite in Plum Village, het meditatiecentrum van Thich Nhat Hanh. We hielden contact, en vorig jaar organiseerden we samen een meditatiecursus in Amsterdam. Het was de eerste cursus die hij gaf als ex-monnik. Inmiddels zijn we een jaar verder. Martin woont nu met zijn (Nederlandse) vriendin Marjolein weer in Halmstad, Zweden. Ik spreek Martin op Skype om te vragen hoe het leven als leek hem bevalt.

Hoe is het? Wat heb je het afgelopen jaar allemaal gedaan?
Nadat ik terugkeerde naar Zweden heb ik eerst een tijd bijna niets gedaan om een beetje wennen aan het leven als ‘normaal mens’. Ik had een pauze nodig van het boeddhisme en het hele wereldje eromheen, van het monnik-zijn. Ik heb het afgelopen jaar zelfs nooit uit mezelf verteld wat ik de afgelopen jaren heb gedaan, om te voorkomen dat mensen me de hele tijd gingen zien als ‘die ex-monnik’. Na een baantje bij een organisatie die vluchtelingen wegwijs maakt in Zweden, ben ik nu op zoek naar een manier om mijn leven vorm te geven.

In boeddhistische centra hebben mensen onderling ook veel problemen, maar daar is in ieder geval nog altijd de intentie om deze op te lossen.

Tweet

Je vertelde me dat je terugkeer naar de maatschappij niet makkelijk geweest is. Wat voor moeilijkheden ben je tegengekomen?
Ik moest me erg aanpassen aan de manier waarop mensen in het ‘normale’ leven met elkaar omgaan. Zo kwam ik aan de verkeerde kant van een roddel te staan, en was een behoorlijke schok om te ervaren hoe mensen je bewust proberen te ruïneren omdat ze zo in hun eigen gelijk staan, en het was voor mij ook moeilijk om daar niet in mee te gaan. In boeddhistische centra hebben mensen onderling ook veel problemen, maar daar is in ieder geval nog altijd de intentie om deze op te lossen.

Ik moest ook wennen aan de omgangsnormen in het normale leven. Bijvoorbeeld dat eerlijkheid niet altijd op prijs gesteld wordt. In boeddhistische centra probeer je altijd de waarheid te spreken en oprecht te zijn, hoe moeilijk dat soms ook is. Maar mensen die net hun woonkamer opgeknapt hebben die zijn trots en willen dan geen kritische vragen zoals ‘waarom heb je dit daar neergezet?’ In die zin was ik sociaal nogal onhandig, en ik heb moeten leren om wat tactvoller te zijn.

Heeft jouw monnikschap je relatie met vrienden en familie veranderd?
Toen ik voor het eerst als monnik terugkwam bij vrienden en familie was ik enthousiast over wat ik allemaal geleerd had en ging ik als een soort evangelist aan iedereen om me heen vertellen hoe ze hun leven moesten leven. In boeddhistische centra zit iedereen daarop te wachten, maar bij thuiskomst vonden mensen het vooral irritant. Inmiddels heb ik geleerd dat ik me niet meer druk hoef te maken om hoe andere mensen zich gedragen. Als mensen nu bij me komen voor advies dan is dat prima, maar ik probeer niet meer bij elk gesprek de ex-monnik uit te hangen. Voor de rest heb ik goede vrienden, dus de botsingen die we hebben gehad zijn allemaal weer goedgekomen.

Als ik na een meditatieretraite terugkom in het normale leven voel ik me altijd heel bewust en is het makkelijk om veel te mediteren. Maar na een tijdje zakt mijn beoefening altijd een beetje weg. Is dat bij jou ook gebeurd?
In zekere zin wel. Als monnik heb je zoveel ondersteuning dat het makkelijk is om te blijven mediteren. Nu is dat moeilijker, maar gelukkig heb ik een vriendin die ook mediteert. Samen zitten we nu een half uur in de ochtend en een half uur in de avond. Mijn houding is wat milder geworden: toen ik monnik was draaide letterlijk ieder moment van mijn leven om de beoefening, om het observeren van mijn ervaring. Dat is nu anders. Tegelijkertijd is er nu wel veel meer om mee te werken, en heb ik het gevoel dat ik dit jaar een grotere ontwikkeling heb doorgemaakt dan in mijn laatste jaar als monnik.

Ik wilde gewoon leren hoe ik op zondagochtend wakker kon worden zonder frustraties of de drang om iets aan mijn leven te moeten veranderen. En dat is gelukt.

Tweet

Waarom ben je destijds eigenlijk monnik geworden?
Er was een moment dat ik al mijn doelen had bereikt, en dat ik nog steeds niet bevredigd was. Toen ben ik monnik geworden, omdat ik dacht dat monniken wel wisten hoe je vrede vindt. Overigens kwam ik er toen achter dat veel monniken met precies hetzelfde worstelen: ze hebben een doel en voelen geen vrede omdat ze dat doel niet hebben bereikt. Het doel is alleen anders: ik wilde vroeger veel geld wilde verdienen, en veel monniken willen dat mensen zich gaan gedragen zoals zij. Maar dat hoefde ik niet. Ik wilde gewoon leren hoe ik op zondagochtend wakker kon worden zonder frustraties of de drang om iets aan mijn leven te moeten veranderen. En dat is gelukt: het innerlijke geduw en getrek, de dukkha, is er nu een stuk minder.

Toen je vorig jaar bij me op bezoek was in Amsterdam was het eerste dat je na de cursus wilde doen een hamburger eten. Dat was voor mij nogal opmerkelijk, want boeddhisme valt voor mij slecht te rijmen met vlees eten. Je vertelde toen dat je als monnik in Sri Lanka en Maleisië weinig keus hebt, omdat je het moet doen met wat je krijgt. Nu weet ik dat je vriendin Marjolein vegetariër is, en ik vroeg me af of er weer iets veranderd is nu je weer in de westerse samenleving bent?
Ik houd van koken en van vlees, en als mijn vriendin geen vegetariër was geweest dan had ik waarschijnlijk vaker pulled pork gemaakt. Maar bij mij om de hoek zit een burgertent en daar ga ik graag heen. En ik heb er helemaal geen problemen mee.

Dat vind ik best gek: mijn drang om geen vlees meer te eten kwam voor mijn gevoel parallel op met mijn meditatiebeoefening.
In het Theravada-boeddhisme mag er als je monnik bent geen levend wezen speciaal voor jou gedood worden. Maar er wordt nergens gezegd dat je vegetariër moet zijn. Ik heb ooit acht jaar lang geen vlees gegeten, maar toen ik monnik werd had ik daar weinig controle meer over. Bovendien had ik als monnik een heel strak omlijnd leven: als iets beoefening was, dan deed ik het. En anders was het vrijwillig en dus niet nodig. De vraag of je wel of geen vlees eet stond niet centraal aan de beoefening.

Nu ik weer terug ben in het normale leven word ik weer uitgedaagd om dit soort vragen te beantwoorden. Mijn vriendin is veel met dit soort dingen bezig en heeft me enorm geholpen om een beter mens te worden. Ik denk alleen dat een vraag als deze minder te maken hebben met spirituele beoefening dan vaak gedacht wordt. Mensen zoeken bevrijding, maar door de overtuiging dat ze geen vlees moeten eten creëren ze toch weer iets dat ze voor zichzelf moeten.

Vind je het moeilijk om weer zin te geven aan je leven? Word je niet af en toe een beetje nihilistisch nu je weer terug bent?
Zelf ben ik op dit moment wel zoekende naar een manier om zin te geven aan mijn leven. Als monnik had ik een duidelijk doel, en nog steeds de dukkha, de drang om ergens naartoe te werken, en dat is nu weggevallen. Maar ik zou het niet nihilistisch noemen. Vanuit universeel perspectief is natuurlijk alles zinloos en is er geen goed of slecht: de planeet kan vergaan en het universum zal onverschillig zijn. Maar vanuit menselijk perspectief is dat anders: zo zal ik nu weer op zoek moeten naar een manier om een persoonlijk zinvol bestaan te leiden, op basis van wat ik leuk vind om te doen.

Het menselijke en het universele perspectief worden nogal eens door de war gehaald, vooral in spirituele kringen. Mensen denken dan dat ze moeten vinden dat er geen goed of slecht is, terwijl ze wel degelijk voelen dat bepaalde dingen invloed hebben op hun bestaan. Tegelijkertijd kun je niet weten wat op lange termijn de uitkomst is van persoonlijke keuzes. Daarom is het goed om de twee perspectieven te scheiden, en bij het nemen van besluiten misschien niet uit te gaan van ‘goed’ of ‘slecht’ maar van ‘vaardig’ en ‘niet vaardig’.

Is er nog iets dat je kwijt wilt?
Een van de redenen dat ik graag interviews als deze doe is om te laten zien dat je niet doordraait wanneer je op een spiritueel pad terechtkomt en terug moet naar de samenleving. De wereld van het boeddhisme staat soms ver verwijderd van de samenleving, en als je veel mediteert lijkt het soms alsof je gek wordt tot een punt waarop je je afvraagt hoe je ooit nog kan functioneren in de maatschappij. Maar het kan gewoon, als je een goede middenweg weet te vinden.

Spiritualiteit is niet zo ingewikkeld. Maar mensen willen graag dat het anders is en maken het dan veel moeilijker dan het is.

Tweet

Spiritualiteit is niet zo ingewikkeld. Maar mensen willen graag dat het anders is en maken het dan veel moeilijker dan het is. Neem de keuze om wel of geen vlees te eten. Die is erg simpel: je eet vlees of je eet het niet. Maar in plaats daarvan maken we ons heel erg zorgen dat onze keuze niet de goede is, omdat we bang zijn voor de gevolgen van een fout. Met name in spirituele kringen ligt bij een foute keuze meteen je karma overhoop, of je komt in de hel terecht. Maar dat valt allemaal wel mee.

Het enige dat je kan doen is op basis van de kennis die je hebt een beslissing nemen en daarop vertrouwen. En als later blijkt dat je ernaast zat, dan is dat okee en verander je van gedachten. Er is een uitdrukking in het Zweeds: Gör om gör rätt. Doe het opnieuw en doe het goed. Vertrouw gewoon op je keuzes, en als je een fout maakt begin je gewoon weer opnieuw.

Lees ook: Na het klooster: elk moment is mindfulness
Hoe is het leven als je uit het klooster stapt? Maarten Hunink was een jaar lang stadsmonnik in zijn eigen ‘klooster’, een Rotterdams antikraakpand. Maarten blikt terug vanuit Griekenland, waar hij vrijwilligerswerk doet in een vluchtelingenkamp.

Dit is deel twee uit onze serie ‘Leven na het klooster’. Daarin kijken we hoe en waarom mensen uit een klooster of lange retraite gaan, en wat dat voor hun leven betekent.