Doneer
maarten-hunink-9602

Na het klooster: elk moment is mindfulness

Hoe is het leven als je uit het klooster stapt? Maarten Hunink was een jaar lang stadsmonnik in zijn eigen ‘klooster’, een Rotterdams antikraakpand. Maarten blikt terug vanuit Griekenland, waar hij vrijwilligerswerk doet in een vluchtelingenkamp.

Voor je begon sprak Bodhitv ook met je. Je wilde toen een jaar als een echte stadsmonnik leven in je project Going Monk. Hoe is dat jaar verlopen?
Going Monk stopte in juni 2015, ik ben dus al anderhalf jaar een vrij man (lacht). Tijdens dat jaar is het project veel veranderd. In het begin was de intentie vooral om het Franse klooster Plum Village te imiteren. Ik wilde de dag vormgeven zoals zij dat doen, met zitmeditatie, loopmeditatie en eten in stilte. Een jaar lang mindfulness in mijn dagelijkse handelingen implementeren, zeg maar.

In begin was ik alleen, maar na tijdje is Jente, een vriendin, ook met haar werk gestopt en heeft ze zich aangesloten. We hebben toen ook activiteiten georganiseerd: monkie-weekenden. Dan kon je even ons ritme volgen, zitten, in stilte dingen doen. We maakten momenten om dingen te delen, om ruimte voor elkaar creëren.

Ik ben ook nog een paar keer naar Plum Village geweest, want het bleek best ambitieus om in je eentje in de stad als monnik te leven. In de stad is er veel afleiding, omdat de omgeving op zo’n andere manier functioneert dan jij. Ik was vooral bezig om rust te vinden in de hectiek, waardoor het soms moeilijk was om de diepte in te gaan. Als je in een klooster gaat dan is er al stilte, en support, dan is het makkelijker om te zien wat er in jezelf speelt. Je wordt minder heen en weer getrokken door de omgeving en door je eigen patronen in die omgeving.

Je klooster leek na een tijdje steeds meer een community te worden, klopt dat?
Ja, dat kwam ook door Plum Village. Veel mensen die regelmatig daarheen gingen, kwamen ook bij ons. Het was fijn om regelmatig mensen over de vloer te hebben die ‘s ochtends mee mediteerden, dat creëerde inderdaad een soort community. Dat inspireerde me.

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Later zijn er ook nog meer mensen bijgekomen, toen werd het een soort samenleefgroep. We hebben na het project nog anderhalf jaar met z’n vijven in hetzelfde pand gewoond, dat was een leuke voortzetting. We hadden dezelfde intentie: elkaar helpen in onze ontwikkeling, als een soort huisgenoten. We gingen samen mediteren en zo. Die groep bestaat nog, maar we zitten nu wel op een andere plek.

Hoe heb je afscheid genomen van het project?
We hebben een feestje georganiseerd! Maar eigenlijk was het voor mij niet zo van: nu stap ik eruit. Het was meer een geleidelijke overgang. Daarna werd het wel anders, maar… het is moeilijk te omschrijven hoe.

Een paar weken na het project ben ik naar een tiendaagse Vipassana-retraite geweest. Daar heb ik veel van geleerd. In het begin dacht ik: als je vrijheid wil vinden in je mind, is de meest directe weg om monnik te worden. Maar bij Vipassana werd ik me ervan bewust dat het niet veel uitmaakt op wat voor manier je je leven leidt: elk moment kun je gebruiken om van te leren, elk moment kun je observeren en er vrijheid in vinden.

De regels van het monnikschap, alles heel mindful doen en zo, dat heb ik allemaal losgelaten. Mindfulness heeft niet een bepaalde vorm, het hoeft er niet op een vaste manier uit te zien. Je hoeft niet alles heel rustig te doen, het kan op elke manier. Voor mij gaat het over niet-oordelen, niet over mezelf noch over anderen. Dat besef, dat is wat er is veranderd na dat jaar, na die geleidelijke overgang. Dat heeft me veel vrijheid gegeven.

Heb je, hoewel de overgang dus niet zo groot was, wel dingen uit dat jaar meegenomen naar de ‘gewone’ wereld?
Dat is niet heel concreet. Maar ik merk nu wel, nu ik in een totaal andere omgeving zit met veel meer onrust, dat ik er veel profijt van heb. Ik ben me bewust van wat er allemaal in mezelf speelt, welke emoties en gedachten en hoe die elkaar onderling beïnvloeden. Ze zijn er wel, maar ik ben er minder een speelbal van, de golven zijn minder sterk. Ik zie nu: dit is een gedachte van angst. Vroeger voelde ik die emotie meer extreem, maar nu kan ik hem observeren, en daardoor wordt dat gevoel minder groot.

Dat heb ik echt te danken aan de afgelopen jaren, waaronder het monnikjaar. Ik heb geleerd te observeren zonder te reageren. Het is nu makkelijker om ook in een moeilijke omgeving een rustig, blij persoon te zijn.

Wat was je doel van Going Monk? En heb je dat bereikt?
Het doel was gewoon om een jaar als monnik te leven in de stad. Deels heb ik dat wel gedaan. Maar soms heb ik een gevoel van falen, dat het niet goed genoeg was. Ik wilde het misschien ook meer naar buiten brengen, om mensen te laten zien dat jezelf ontwikkelen op zo’n manier heel gezond is voor jezelf en de wereld. Ik heb het gevoel dat ik daar niet in geslaagd ben. Niet op een brede manier althans, wel op een meer persoonlijk niveau.

Ik vond eigenlijk wel dat je veel naar buiten trad, ook online. Misschien onderschat je je impact? Heb je niet het gevoel dat je mensen al inspireert door gewoon jezelf te zijn?
Soms, misschien? Ik had laatst wel een mooie ervaring. Sinds een maand ben ik in een vluchtelingenkamp in Griekenland. We begonnen met een groep van tien vrijwilligers, heel verschillende mensen, met heel andere interesses, achtergronden en karakters. De groep was niet echt harmonieus, er was veel onrust, veel stress en druk.

Ik vond dat wel interessant: ik wilde proberen erbij te blijven, niet om het per se te veranderen maar wel om de rust te behouden. Een van de jongens had het moeilijk. Ik heb toen met hem gepraat, en het lukte om mezelf te zijn en om hem te steunen. Ik heb wel vaker het idee dat ik vrienden kan steunen bijvoorbeeld, maar dit was iemand die ik niet ken. Toch kon ik hem helpen, door bij mezelf te blijven.

Na het klooster sta je dus weer volop in de wereld, met al z’n uitdagingen. Wat ben je aan het doen in Griekenland?
Ik heb me aangesloten bij A drop in the ocean, een Noorse organisatie. Ik wilde graag ervaren hoe het hier is. Ik wilde helpen, en uiteindelijk dacht ik, ik moet er gewoon heen gaan en kijken hoe ik van waarde kan zijn. Het is een beetje deprimerend hier, dus ik heb zeker het idee dat ik kan helpen om de situatie wat mooier te maken.

Ik zit in Noord-Griekenland, boven Thessaloniki, en doe hier vooral kledingdistributie. Er zijn twee kampen, in elk kamp wonen zo’n negenhonderd à duizend mensen. Ze zijn voor alles afhankelijk van anderen. Ze zijn al minstens een half jaar hier, vaak langer, dus hun eigen geld is inmiddels wel op. En het is nu ook winter, dus ze hebben warme schoenen, jassen en truien nodig. We geven ook eten, als aanvulling op het eten dat ze van de overheid krijgen, zodat ze ook eens zelf kunnen koken. De grootste wensen zijn olie, suiker en thee. Dat proberen we te faciliteren.

In een van de kampen zijn we net een leuk project gestart. We zochten een betere manier om te distribueren. Eerst kon iedereen langskomen en zeggen wat hij wilde en dan zochten wij dat uit. En dan was het vaak de verkeerde maat, weet je wel? Het zou beter zijn als mensen zelf hun kleren kunnen uitkiezen. Nu hebben we een soort winkel ingericht waar ze de kleding zelf kunnen bekijken en ook passen. Dat is een veel praktischer manier om mensen te geven wat ze willen. Ik heb de leiding over dat project, dus ik wil in ieder geval blijven tot het goed loopt.

Mensen zijn altijd erg gefocust op werk, maar als er geen gezonde relaties zijn, dan wordt het werk ook niet goed gedaan

Tweet

Je begon je monnikjaar met de wens niet teveel plannen te maken. Heb je nu, als vrij man, wel toekomstplannen?
Niet echt, ik heb geen vertrekdatum. Ik heb een crowdfunding opgezet waardoor ik niet terug hoef om te werken. Ik moet alleen één keer per maand een filmpje maken van wat ik meemaak. De opbrengst daarvan dekt deels mijn gebruikskosten.

Ik vertrek als ik te moe ben, of als mijn hulp niet meer nodig is, of als ik iets nieuws wil leren. Sowieso wil ik leren hoe je een groep harmonieus kunt laten samenwerken. Hier leer ik dat in de praktijk; ik kan me voorstellen dat ik volgend jaar een paar maanden neem om me daarin verder te ontwikkelen. Dat is het enige plan wat ik heb: leren hoe je een groep gezond kunt maken. Mensen zijn altijd erg gefocust op werk, maar als er geen gezonde relaties zijn, dan wordt het werk ook niet goed gedaan. Dat vind ik interessant, om daarin een balans te vinden en dan kwalitatiever werk af te leveren.

Verder heb ik geen langetermijnplannen. Wel grappig: ik heb nu geen huis, geen werk, geen verplichtingen. Eigenlijk ben ik totaal vrij om te gaan waar het leven me naartoe brengt. Dat is het enige wat ik weet.

Lees ook: Na het klooster: van monnik naar leek
Martin Petterson had al zijn doelen bereikt en was nog steeds ontevreden. Hij dacht: “nou, de monniken zullen het wel weten” en zes jaar lang had hij een monnikenbestaan in Azië. Vorig jaar hing hij zijn monnikspij aan de wilgen en nu is hij weer terug in de ‘normale’ maatschappij.

Dit is deel een uit onze serie ‘Leven na het klooster’. Daarin kijken we hoe en waarom mensen uit een klooster of lange retraite gaan, en wat dat voor hun leven betekent.