Doneer
Zeus, Digging For China

“Nieuws moet slecht zijn. Anders is het niet interessant.”

'Het wij-zij-denken keert terug'. 'De hokjesgeest krijgt vrij baan'. En: 'We vervreemden steeds meer van elkaar'. Deze stellingen komen uit de aankondiging van de tv-serie Een andere kijk van de Boeddhistische Blik. Voor wie dagelijks het journaal kijkt, voelen ze als waar. Maar zijn ze dat ook? We vroegen het aan data-expert Stephan Okhuijsen.

“Staat de zinsnede steeds meer in een nieuwsbericht? Nou, dan gaan er bij mij al wat alarmbellen af”, zegt Stephan Okhuijsen. “Deze woordjes zijn een enorme trigger. Het is een hele makkelijke uitspraak, maar eentje die zelden goed te onderbouwen is. Met name journalisten spreek ik er graag op aan, als ze bijvoorbeeld schrijven dat er steeds meer ongelukken gebeuren op de A12. Dan vraag ik me af: waar baseer je dat op? Omdat er in de laatste twee, drie weken een aantal ongelukken gebeurd zijn?”

dataonderzoek

Dataonderzoek: van informatie naar verhalen

Stephan Okhuijsen, tegenwoordig ook wel bekend als ‘Datagraver’, is al jaren gefascineerd door ‘het verhaal achter de data’. Anders gezegd: verhalen die tevoorschijn komen wanneer je verschillende verzamelingen ‘neutrale’ statistische gegevens met elkaar combineert, vergelijkt en analyseert. Op die manier gebruikt hij data om te onderzoeken of bepaalde publieke opvattingen of sentimenten feitelijk wel kloppen, om daarmee het nieuws in een ander daglicht te zetten. Zo beleefde hij in 2005 zijn 15 minutes of fame met het lezen en analyseren van de Europese Grondwet, in aanloop naar het referendum wat daarover zou plaatsvinden. Ook ging hij viral met grafieken over terrorisme tussen 1970 en 2015, die lieten zien dat het terrorisme in de jaren zeventig en tachtig veel erger was.

Tegenwoordig is Stephan druk bezig om van deze “uit de hand gelopen hobby” ook zijn broodwinning te maken. Met zijn bedrijf Datagraver beantwoordt hij sinds 2014 in opdracht ‘datavragen’ van verschillende soorten bedrijven en organisaties. In de stortvloed van bestaande data gaat Stephan op zoek naar nuttige informatie en voorziet hij de uitkomsten vervolgens van context en analyse. Bodhitv was benieuwd naar Stephans ‘andere kijk’ op het toenemende wij-zij denken en andere doemscenario’s.

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Je noemt jezelf datagraver. Kun je een voorbeeld geven van een typische graaf-opdracht?

Een mooi voorbeeld van een wat meer complexe opdracht is een vraag die bij me werd neergelegd over rookgedrag. In dit geval wilde de opdrachtgever dit weten over een specifieke doelgroep, namelijk kwetsbare gezinnen waar relatief veel rokers zitten. De vraag is dan om hoeveel mensen het gaat en wat de impact is van dat rookgedrag in termen van: wat kost het de samenleving? En zijn er bepaalde interventies die je kunt doen om roken te voorkomen of ontmoedigen? En wat kost dit de samenleving en wat levert het op? Kortom: wat is het maatschappelijk rendement van zo’n investering? Dat is een interessante en complexe vraag, omdat je daar veel bronnen voor nodig hebt. Bevolkingsgegevens, zoals gezinssamenstelling, cijfers over rookgedrag, medische onderzoeken, cijfers over de impact (hoeveel mensen sterven eraan en op welke leeftijd?), economische cijfers (zoals de impact van roken op werk) cijfers van de gezondheidszorg over de meerkosten van een roker naast een niet-roker. Een hele fascinerende samengestelde opdracht, vanuit één hele simpele vraag: wat kost het roken de samenleving? Een stevige graafopdracht dus.

Volgens Rick Hanson is het menselijk brein vier keer meer geneigd om te focussen op dat wat er mis is dan op wat er goed gaat: de ‘negativity bias’. Herken je dit fenomeen?

“Daar weet ik alles van. De publicaties die ik doe over terrorisme, dat roept hele gemengde reacties op, omdat ik met die grafieken laat zien dat het in de jaren tachtig en zeventig veel erger was. De reacties zijn dan: ‘Je gebruikt die grafiek om een probleem te ontkennen, want er zijn nu echt grote aanslagen, het is echt verschrikkelijk!’ Maar dat is niet het doel van die grafieken, het doel is om context te bieden. Ze laten zien dat er sprake is van cycli, er zijn moeilijke en makkelijk periodes en terrorisme is niet nieuw. Als het om dit onderwerp gaat is de neiging heel sterk dat het nieuws slecht moet blijven.

dataonderzoek
Mensen overleden door terrorisme per jaar in Europa, 1970-2016. Bron: Datagraver

Een voorbeeld dat dit illustreert: een jaar of zes, zeven geleden werd ik benaderd door een actualiteitenrubriek op tv, voor een item over de olieprijs. Mensen zeggen altijd: als de olieprijs omhoog gaat, stijgt de benzineprijs ook meteen en dan moeten we weken wachten tot ‘ie weer omlaag gaat. In werkelijkheid is het omgekeerd: wanneer de olieprijs te snel stijgt, dan wachten de oliemaatschappijen met het verhogen van de benzineprijs, omdat er anders onrust aan de pomp komt. Maar dat is geen interessant feit: ‘Oh , ze doen het goed’. Het is een heel apart fenomeen. Maar dat neemt niet weg om het toch te proberen.”

Hoe kun je laten zien dat mensen het hier steeds beter hebben, dat ze langer leven, dat ze hier welvaart hebben?

Tweet

Als ik uitspraken lees over het wij-zij-denken, toenemende vervreemding en een dreigende hokjesgeest, dan denk ik al snel: dat is nergens op gebaseerd, maar de media maken het elkaar wijs. Heb jij dat ook?

“Dat is een moeilijke vraag. Enerzijds kan ik dat gevoel ook hebben, als ik naar Nederland kijk. Het saamhorigheidsgevoel, zeker in de naoorlogse periode, was vroeger wellicht groter, doordat de samenleving als geheel een trauma had opgelopen en vervolgens ook samen de wederopbouw deed. Anderzijds: in die tijd waren de hokjes er ook al. Ik kom zelf uit een dorp dat een protestants en katholiek deel had, en waar dat wij-zij-denken toen ook al aanwezig was. Tegenwoordig heeft het een heel andere vorm en richt het zich op de immigranten. Maar ik geloof niet dat er wezenlijk iets is veranderd in de mens, dat het hokjesdenken nu wezenlijk sterker is dan vroeger. Maar het is nu eenmaal een fijn thema om in de media te zetten.”

Stel dat je dit de toenemende hokjesgeest met via dataonderzoek zou willen bewijzen, hoe zou je dan te werk gaan?

“Dat is ook een lastige vraag, omdat het een uitspraak is in de tijd. Het gaat over een verandering en dan moet je dus ook de gegevens hebben uit eerdere periodes. Je zou nu aan mensen kunnen vragen: voel je je bedreigd door bepaalde groepen of gediscrimineerd, maar dan moet je dezelfde vragen en antwoorden hebben uit het verleden. Wellicht is daar wel onderzoek naar gedaan. Het CBS doet naast hele harde data ook belevingsonderzoeken. Over veiligheidsgevoel, eenzaamheid en dat soort aspecten. Uit dat soort gegevens zou je wellicht enigszins kunnen destilleren of er een ontwikkeling in hokjesgeest is. Wat misschien wel interessant zou kunnen zijn is om onderzoek te doen binnen alle tijdschriften en kranten en dan te meten hoe vaak het woord hokjesgeest gebruikt wordt. Kan dan heel verrassend zijn dat het in de jaren 60 veel vaker werd gebruikt dan nu. Je zou dan weleens verrast kunnen worden, omdat de kwestie van protestanten en de verzuiling toen een veelbesproken thema was.”

Dat ons brein zoveel meer aandacht heeft voor het negatieve zal niet zomaar veranderen, tenzij ieder individu de meditatiemethode van Rick Hanson toepast. Ben je niet met een onbegonnen zaak bezig?

“Nou, ja, de publieke opinie is inderdaad maar voor een deel te beïnvloeden, maar vervolgens wordt er beleid gemaakt, er worden keuzes gemaakt op basis van wat er gebeurt in de wereld. Wanneer er wordt gezegd: “Ok, terrorisme is een groot probleem, laten we de landsgrenzen sluiten.

Voordat er zulke drastische maatregelen worden genomen wil ik graag de feiten laten zien. Net als in het debat over de olieprijs, waarbij de overheid oliemaatschappijen wil verplichten om hun cijfers te publiceren op hun site. Je gaat dan regels opleggen aan die bedrijven op basis van de aanname dat ze sjoemelen. Maar ze sjoemelen niet. Die stap van sentiment naar maatregelen, dat is het moment dat ik data wil gebruiken om het debat te beïnvloeden. Om nuchterheid en realiteit erin te krijgen.”

Welke tendensen of sentimenten en publieke gevoelens vind jij zelf belangrijk om te onderzoeken?

“Ik heb een heel lijstje dingen die ik graag zou doen. Maar dat is meer mijn persoonlijke bevlogenheid, Dat gaat dan over ‘beleving’, bijvoorbeeld dat mensen het gevoel hebben dat het steeds slechter gaat in de wereld. Hoe kan je nou structureel laten zien dat mensen, in ieder geval hier, het eigenlijk steeds beter hebben, dat ze langer leven, dat er hier welvaart hebben? Kortom, dat het met ons levensgeluk best goed gaat, Dat zou ik graag eens inzichtelijk maken.”