Doneer
kinan_930

Kinan uit Syrië maakt het verschil voor vluchtelingen

De 27-jarige Kinan Kadouni vluchtte uit Syrië en woont nu in Gent. In het afgelopen half jaar was hij in Griekenland te vinden om zelf vluchtelingen te helpen. “Ik kon in Syrië niets doen voor mijn landgenoten, maar hier wel.”

In Getuigen van Piraeus trekken zes Zen Peacemakers als vrijwilliger naar een vluchtelingenkamp in Griekenland. Ook de 27-jarige Kinan Kadouni is daar.

Al voor de vijfde keer is Kinan nu in Griekenland, hij kan niet wegblijven. “Steeds als ik in België ben, ben ik alleen maar bezig met teruggaan. Dit keer blijf ik drie maanden. Ik heb nu een officiële baan bij Artsen zonder Grenzen als cultural mediator en tolk, ik vertaal bijvoorbeeld tussen artsen en patiënten.”

“In september 2015, het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis, ging ik voor het eerst. Op sommige dagen kwamen er wel 8000 mensen aan op Lesbos. Elke ochtend gingen we naar het strand om te kijken of er boten waren. Soms ging er een motor kapot en kwam een boot stil te liggen, dan belden we de politie. Als de mensen de kust bereikten, gaven we ze eten, drinken en medicatie, en daarna werden ze naar de hoofdstad Mytilini gebracht, naar het vluchtelingenkamp.”

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Komen er daar nog veel vluchtelingen aan?
“Hier in Idomeni zijn nog veel vluchtelingen, maar ze komen niet meer nieuw aan uit Turkije. Het zijn vooral mensen die hier vastzitten, soms al drie maanden, want de grens met Macedonië is gesloten. Daarom komen ze niet meer. Het Griekse leger en de politie bewaken de grens, het kamp daar is opgedoekt. De politie heeft iedereen naar Thessaloniki gebracht, zo’n 70 kilometer van de grens. Sommigen wonen daar in een oude fabriek, ze wachten tot ze overgeplaatst worden of geregistreerd, maar dat is tot nu toe nog niet gebeurd.”

Kinan In Thessaloniki
(foto: Thorunn Olafsdottir)

Hoe voelt het voor jou om daar te zijn?
“Ik voel me hier gelukkig en nuttig. In België voel ik me het tegenovergestelde. Het geeft een goed gevoel om iets te doen en meteen het resultaat te zien. De mensen komen hier met niets, ik geef ze eten en drinken. Maar wat ze het meest van al nodig hebben, is iemand die ze welkom heet, die ze een veilig gevoel geeft. Het is mooi om dat te kunnen doen.”

Is er een specifieke ervaring in Griekenland die je is bijgebleven?
“Ja: een jongen, die net uit het water kwam. We brachten hem naar een klein centrum dat we zelf gebouwd hadden. Hij stond daar wat verloren, en toen ik naar hem keek zag ik mezelf. Zo stond ik zes jaar geleden ook: wie ben ik, wat doe ik hier? Hij heette Nour, hij kwam ook uit Syrië en was 21, net als ik toen ik vluchtte.”

“Hij was zo bezorgd. Nog nooit eerder was hij zijn eigen stad uit geweest, en hij had zijn ouders achtergelaten. Ik vertelde hem mijn verhaal en ik gaf hem tips om te integreren: vooral vrijwilligerswerk doen, want dan leer je de taal en krijg je vrienden. Hij was zo blij dat iemand hem begreep, ook al vond hij zelf de woorden niet om te zeggen wat hij voelde. Na een week belde hij me uit Duitsland, hij was blij. Het gaat nu heel goed met hem.”

Waarom ben je in september naar Griekenland gegaan?
“Ik moest in België heel lang op een paspoort wachten, bijna zes jaar. Toen het kwam was ik blij, want toen kon ik eindelijk mijn familie opzoeken. Maar rond die tijd kreeg ik een vriendschapsverzoek op Facebook van een vrouw uit Antwerpen die op Lesbos was. Ze hielp vluchtelingen en ze had een vertaler nodig. Ik moest dus kiezen: mijn familie opzoeken of naar Griekenland gaan. Ik besloot het eerste te doen, maar boekte de volgende dag toch een ticket naar Lesbos.”

“In de tussentijd heb ik mijn familie nog steeds niet gezien. Het was ook echt een moeilijke keuze. Maar ik kan me veel beter nuttig maken in Griekenland. Mijn moeder steunt mijn beslissing ook en ze is heel trots op me.”

Weet je wanneer je je familie zult zien?
“Ik kan ze nu niet meer opzoeken. Vroeger konden Syriërs zonder visum naar Turkije, maar sinds 8 januari 2016 is dat veranderd. Nu heb je een visum nodig, en dat is heel moeilijk te krijgen. Maar misschien zie ik mijn moeder en mijn broertje binnenkort in Duitsland. Mijn vader is daar al, met mijn andere broer. Ze hebben binnenkort een afspraak voor gezinshereniging. Het is echt een nachtmerrie om Syrië uit te komen, dus ik hoop dat het ze lukt. Dan kan ik ze snel zien.”

Waarom vluchtte jij zelf uit Syrië?
“Ik vluchtte in 2011 omdat ik in militaire dienst moest, en dat wilde ik niet. Het was twee maanden voor de Syrische revolutie uitbrak. Als ik dat had geweten, was ik niet gegaan! Ik had graag willen helpen. Daarom ben ik blij om in Griekenland te zijn: ik kon in Syrië niets doen voor mijn landgenoten, maar hier wel.”

En is je familie nu nog daar?
“Mijn moeder en twee van mijn broers zijn nog in Syrië. Ze zijn ok, maar ik kan niet zeggen dat ze veilig zijn. Mijn stad ligt op een slechte plek, niet ver van Aleppo. Het Syrische leger heeft daar teveel verloren en ze zijn veel aan het bombarderen. Ze gebruiken nu ook clusterbommen, terwijl die door honderd landen verboden zijn. Die vallen uit elkaar in kleinere bommen die altijd veel burgerslachtoffers eisen. De mensen zitten gewoon te wachten tot er één op hun huis valt.”

Wil je terug naar Syrië?
“Ik zou héél graag teruggaan naar Syrië. Ik vertrok vóór de oorlog, dus ik herinner me het als vol met huizen en mensen die ik ken. Maar zo is het niet meer. Soms probeer ik me het voor te stellen, dat ik door de straten loop en dat dit huis er niet meer staat en dat die buurman er niet meer is, maar dat lukt niet. Dat maakt me zo verdrietig. I cannot imagine myself there anymore.”

Ook in België sta je klaar voor vluchtelingen, toch?
“In Gent verwelkomen mijn neef en ik nieuwe vluchtelingen en vertellen we ze van alles over België. We hebben ook veel vluchtelingen onderdak gegeven bij ons thuis. En in Antwerpen ben ik vrijwilliger bij het asielzoekerscentrum van het Rode Kruis. Dat is het centrum waar ik zelf twee en een half jaar gewoond heb. Ik ben dol op dat centrum. Zelfs toen ik mijn verblijfsvergunning kreeg, wilde ik er blijven! Toen ik daar kwam was ik nog maar 21, ik kwam als een kind en ben daar opgegroeid. It is home, zo staat het ook in mijn telefoon. Als ze bellen, dan denk ik: ah, mijn thuis belt.”

“De mensen in dat centrum waren mijn familie, mijn vrienden, ze hebben mijn leven veranderd. Op een dag was ik zo depressief, een van mijn beste vrienden was overleden en ik wilde terug naar Syrië. Mijn sociaal werker heeft me toen zo goed geholpen…”

“Het leven in een asielzoekerscentrum is niet makkelijk, vooral niet als je alleen bent. Het belangrijkste wat mensen nodig hebben, is iemand die ze begrijpt, met wie ze kunnen praten. Ik ben een compleet ander mens geworden door de steun en liefde van mijn sociaal werkers. Daarom doe ik dit allemaal. Je kunt het verschil maken in het leven van zóveel mensen.”

Wat zijn je plannen voor de toekomst?
“Ik heb een plan voor een project in IJsland. Mijn vriendin is namelijk IJslandse, ik heb haar tijdens mijn eerste verblijf in Griekenland ontmoet. (glundert) We willen daar een intercultureel centrum opzetten voor vluchtelingen. Dat land heeft nu voor het eerst Syrische vluchtelingen, dus IJslanders en Syriërs weten niets van elkaar. Dus misschien ga ik wel van het koude België naar het koude IJsland!”

Heb je een laatste boodschap aan de Nederlandse lezers?
“Veel mensen in Europa zijn bang voor vluchtelingen. Ik wil tegen hen zeggen: geef ze een kans, probeer ze te begrijpen. In Syrië hadden we een goed leven. We waren niet rijk maar we hadden onze familie en onze vrienden en onze buren. Dat zijn we nu kwijt, en het is heel moeilijk om dat opnieuw op te bouwen.”

“Wat er gebeurde in Syrië had niets met ons te maken, we wilden niet vertrekken, maar we moesten wel. Dus wees niet bang voor vluchtelingen, maar ontmoet ze, praat met ze. Ze hebben een gezin zoals jij, en dromen, en kinderen waar ze zich zorgen over maken. Dan ontdek je dat het mensen zijn zoals jij en ik.”

Getuigen van Piraeus is een productie van de boeddhistische stroming bij de KRO-NCRV.

Bekijk Getuigen van Piraeus op npo.nl>>

Getuigen van Piraeus