“Mijn eerste boek, Zen of het konijn in je brein, is een zelfhulp evergreen geworden,” vertelt de Vlaamse schrijver en boeddhist Tom Hannes geamuseerd. “Daar heb ik mijn therapeutenpraktijk aan te danken! En ook in mijn boeddhistische gemeenschap zie je dat veel mensen niet komen omdat ze zo geïnteresseerd zijn in het boeddhisme. Vaak hebben ze bredere redenen. Misschien is dat inherent aan het boeddhisme, aan religie in het algemeen. Ik ben lang genoeg katholiek opgevoed om te weten dat de biechtstoel óók mensen met psychische of existentiële problemen trekt.”
“Mensen die hulp zoeken, zijn wakkerder tegenover hun eigen lijden,” zegt Linda Graham, een Amerikaanse boeddhist. Evenals Tom heeft zij een psychologenpraktijk en ook zij komt haar cliënten tegen in boeddhistische groepen en vice versa. “Ze willen graag helen, meer wholeness vinden, dat is ook deel van de menselijke staat natuurlijk.”
De Frans Martine Batchelor geeft stilteretraites waar veel dokters en verpleegsters op af komen die minder stress op hun werk willen. Of therapeuten die mindfulness doen als aanvulling voor hun eigen praktijk. “Een minderheid bestaat uit mensen met klachten als angst, hallucinaties of epilepsie, die hopen baat te hebben bij meditatie. Maar in de jaren ’90, toen ik net leraar was, kwamen er veel meer mensen met psychische problemen: psychoses of paranoia. Daarom zijn we nu voorzichtiger. We doen altijd een screening van tevoren, en als iemand intense klachten heeft, raden we een stilteretraite af.”
Natuurlijk laten boeddhisten hun problemen niet thuis als ze naar de sangha of op retraite gaan. Hoe ga je daar als leraar mee om? Tom is pas sinds enige jaren therapeut, maar praatte als boeddhistisch leraar twintig jaar lang met mensen die met zichzelf in de knoop zaten. “De deur stond altijd open. Later heb ik nog extra opleidingen gedaan: voor trainer, coach, gestalttherapie en voice dialogue. Nu heb ik een professionele praktijk waar ik met mensen praat. Dat werkt beter, ook voor hen. Ze weten nu: Tom is niet altijd voor problemen beschikbaar.”
Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.
Ook Martine heeft een opleiding tot counselor gevolgd, om haar leerlingen beter te kunnen helpen. “Ik praat vaak één op één met ze, en meestal gaat het over meditatie of relatie- en werkproblemen. We hebben het bijna nooit over geestelijke gezondheid, maar in dat geval bied ik een boeddhistisch perspectief: ik laat mensen naar hun problemen kijken, en naar hoe die aan verandering onderhevig zijn.”
Linda deed het andersom. Zij was al psycholoog en raakte toen geïnteresseerd in het boeddhisme. In haar praktijk is zelfcompassie een kernwoord. “We beginnen met: how well are they coping? Of: waarom copen ze niet? Dan verschuiven we de nadruk van hun stressoren naar hun reactie daarop. Beter kunnen reageren maakt dat mensen zich empowered voelen. Ik leer ze om zichzelf te zien als bekwame en capabele mensen, niet meer als slachtoffer, maar als agent of change.”
Ik laat mensen naar hun problemen kijken, en hoe die aan verandering onderhevig zijn
TweetLinda geeft achtweekse mindfulnesscursussen in Spirit Rock (Californië). Ze merkt dat mensen op een keerpunt komen als ze de oefeningen ijverig een tijdje volhouden. “De intentie is om vriendelijkheid te brengen naar wat je meemaakt. We zijn geprogrammeerd om op stress te reageren met overlevingsstrategieën: heel angstig worden of verstijven. Met mindfulness leren we om op zo’n moment kalm en alert te blijven, ermee te dealen. We leren om met een houding van nieuwsgierigheid en compassie in het moment te zijn met wat er is. Dat verandert je brein en je gedrag, en die kentering in gedrag wordt uiteindelijk een manier van zijn. Uít de overlevingsmodus, naar een breder perspectief.”
Tom: “Het boeddhisme is radicaal in zijn manier van kijken naar de dingen. Alles is totáál vergankelijk. Compléét onderling afhankelijk. En de aard van de dingen is een bron van misnoegen. Dat weten, dat is genoeg. Dat helpt.”
Maar waarom? Die kennis is toch helemaal niet troostrijk? “Nee, het geeft niet de troost die je zoekt,” beaamt Tom. “Maar het maakt je zachter. En in de observatie van vergankelijkheid ontstaat er een ander soort liefde voor mensen, dingen, jezelf. Dit huis bijvoorbeeld, dat kan ik verliezen. Maar daardoor ontstaat de urgente verplichting om er nú van te houden, het nu in alle eindigheid op te nemen. Dat is een zeer poëtische manier om in relatie te staan met de wereld.”
De existentiële grondeloosheid mag er zijn, en toch komt daar een laaiend en nobel levensgevoel uit voort
TweetOok Linda vond in het boeddhisme troost. Ze studeerde af in 1995 en ging een paar jaar later mediteren. “Ik zag dat veel van mijn vrienden gelukkiger waren dan ik. Ik had toen veel last van een gevoel van schaamte, van niet goed genoeg zijn, niet beminnenswaardig. If I had a PhD, it would be in shame! En al mijn gelukkige vrienden mediteerden. Toen ik het ook probeerde, voelde ik dat ik het voor de rest van mijn leven zou doen. Zo aardend, verhelderend en geruststellend. Mijn relatie tot schaamte is nu veranderd. Ik kan het gevoel opmerken en er niks mee doen.”
Martine Batchelor ging mediteren uit idealisme, niet uit existentiële nood. “In de jaren ’70 was ik een echte idealist, ik wilde dat iedereen gelukkig was, iedereen redden. Maar toen las ik een boeddhistische quote, iets als: verander de wereld door jezelf te veranderen. Toen ben ik gaan mediteren en ik merkte: het werkt. Ik voelde dat mentale of emotionele gewoontes werden opgelost en dat mijn brein weer creatief kon nadenken. Maar ik kwam dus niet met grote problemen naar het boeddhisme, ik wilde vooral mezelf beter begrijpen. Ik was me al vroeg bewust van de fouten die ik steeds opnieuw maakte, die steeds hetzelfde lijden veroorzaakten, bijvoorbeeld in de liefde of door een obsessie met geld. Door meditatie kan ik me daar nu creatief tot verhouden.”
Wat moet het fijn zijn om met al dat mediteren ook nog eens van je angst en depressie af te komen! Maar zo simpel is het ook weer niet. Tom zegt helemaal niet van zijn existentiële angst bevrijd te zijn. “Maar dat is ook niet het plan. Ik wil de angst juist opzoeken, met veel interesse en liefde. Waardig boven de afgrond op een touw gaan dansen. Dat is meditatie: de grondeloosheid opzoeken. Ik word eigenlijk nooit rustig van meditatie, ik zoek juist de existentiële horror op. Maar wel op een heldere, rustige manier. Ik zet mijn spirituele longen open, en soms doet dat pijn. Het maakt het leven mooier en lichter, maar niet veiliger of aangenamer.”
Ook Linda is niet van haar schaamtegevoel af, maar heeft er wel een andere relatie mee ontwikkeld. “Ik had allerlei verdedigingsmechanismen tegen de schaamte, trucjes om die negatieve emotie niet te hoeven voelen. Maar nu ik het ok vind om die emotie te hebben, zijn die muren niet meer nodig. Laatst stapte ik per ongeluk in nat cement. Meteen kwam er een waterval van zorgen over me: nu heb ik mijn schoenen verpest, nu kom ik te laat, wat zullen die werkmannen wel niet denken… zoveel kritiek en zelfverachting. Maar ik weet nu: ik kan in dit moment mijn houding veranderen, lighten up! Ik heb nog steeds mijn triggers, maar ik heb ook een staat van zijn bereikt waarin ik meestal een gevoel van tevredenheid heb.”
Ik zit nu in de fase dat ik niet meer neerkijk op iemand die gelukkig wil zijn
TweetOok Linda vindt de juiste intentie niet zo belangrijk, als iemand er maar echt voor wil gaan. “Beoefen alsof je haar in brand staat, zei mijn leraar eens. Je moet je hele zelf naar de beoefening brengen en je hart durven openstellen, je geest helder maken en verbinding maken met mensen. Heilzaamheid willen cultiveren, dat is de nodige intentie.”
Dus is het handig om met je problemen naar het boeddhisme te stappen? Soms wel. Het boeddhisme is er namelijk voor iedereen, maar niet iedereen is voor het boeddhisme. Linda: “Het boeddhisme wil de ware aard van ieder mens zien, hem verwelkomen en omarmen zoals hij is. Ik denk dat het boeddhisme het meest verwelkomend is van alle spirituele tradities, omdat niet-oordelen en compassie er zo’n groot deel van uitmaken. Het boeddhisme is verenigend, zoals in het gedicht The Guest House van Rumi.”
Tom: “Het boeddhisme ís een soort existentiële therapie, maar: niet voor elk probleem. Kijk, ik geloof echt in vergankelijkheid, onderlinge verbondenheid en dat er een zeer misnoegde kant aan het leven zit. En dat je met die kennis minder reactief op sluimerend leed wordt en dat je daardoor de wereld beter maakt. Maar niet iedereen raakt geïnspireerd door de analyse van het boeddhisme. Er zijn genoeg andere wegen.”
Geen van de drie leraren overigens ziet het boeddhisme als de Ene Weg. Linda vindt: “Het boeddhisme is één pad. Je hebt ook therapie, yoga, tai chi, muziek, kunst, natuur, vriendschap. Het belangrijkste is de intentie om te helen.”
En volgens Martine moet je soms gewoon pillen slikken of meer gaan sporten. “Meditatie is géén magie. Veel mensen lijken dat wel te hopen. Mindfulness bijvoorbeeld is nu echt een trend, het wordt overal voor gebruikt. Net alsof je zegt: een hamer is het beste gereedschap. Nee, een hamer is goed voor spijkers, maar niet om een boom mee om te hakken.”
Headerfoto: Toa Heftiba