Doneer
money header 1620

Handel drijven op z’n Boeddha’s

In de docu Meneer Hu en de tempel botsen de belangen van investeerders en monniken tijdens de bouw van een tempel in Utrecht. Boeddhisme en commercie, gaat dat samen? Loes sprak met ex-bankier Sander Tideman en Vijay Kadam, oprichter van de boeddhistische Kamer van Koophandel.

Hoe komt een tandarts, met connecties in de bouw- en reiswereld, op het idee om een boeddhistische Kamer van Koophandel op te richten? Om daar achter te komen spreek ik af met het brein achter de BCCII: Dr. Vijay Kadam uit Mumbai. “Er was al een Kamer van Koophandel in India,” vertelt dr. Kadam, “maar geen boeddhistische. We bestaan pas drie maanden, maar zitten nu op dertig leden: mensen uit de bouw, architectuur, logistiek, health & spa, mode en doktoren en advocaten. Ze hebben allemaal kleine of middelgrote ondernemingen.”

Arme boeddhisten

Hoewel het boeddhisme ontstaan is in India, zijn boeddhisme en commercie nog niet bepaald booming als combinatie. Dat is geen kwestie van eventuele wrijving tussen spiritualiteit en geld. Het is een gevolg van het Indiase kastesysteem. “Lange tijd was het boeddhisme vrijwel verdwenen in India, tot het in 1956 werd geherintroduceerd door Dr. Babasaheb Ambedkar,” vertelt dr. Kadam. Ambedkar was een sociaal hervormer die voor de rechten van de laagste klasse streed, de dalits: kastelozen of onaanraakbaren. Hij schreef in 1946 de Indiase grondwet. Daarin stond dat iedereen toegang moest hebben tot onderwijs, kennis en handel, ook dalits. Ambedkar werd daardoor een held voor de kastelozen. Toen hij zich, teleurgesteld in het kasteminnende hindoeïsme, in 1956 bekeerde tot het boeddhisme, volgden miljoenen hem.

“Pas sinds die tijd is er weer een grotere boeddhistische gemeenschap in India, een gemeenschap die nog steeds uit de armsten bestaat,” vertelt dr. Kadam. “We zijn dus nog relatief nieuw in de handel. Het basisconcept van de BCCII is daarom het uitwisselen van contactgegevens, het delen van kennis en referenties, en het geven van trainingen. Daarvoor nodigen we experts of zakenmensen uit die hun ervaringen en kennis delen. We zijn dus vooral een platform voor boeddhisten om met elkaar zaken te doen.”

Onwetendheid

Ex-bankier Sander Tideman vindt de tegenstelling spiritualiteit-handel een valse tegenstelling. Tideman is nu gespecialiseerd in duurzaam en sociaal ondernemerschap. Hij werkt onder andere als adviseur van bedrijven. “Commercie kun je niet vermijden,” vindt hij. “Het is een activiteit om te kunnen leven. Zelfs als monnik moet je eten en een dak boven je hoofd hebben. De Boeddha heeft ook niets verworpen; macht, geld of seks. Je kunt namelijk niets op de buitenkant beoordelen. Alles is een kwestie van de mind, van je eigen innerlijke houding.”

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Maar, opper ik, hoe zit het dan met ‘begeerte’, een van de drie vergiften? Ligt begeerte niet constant op de loer bij commercie en handel? “Nou,” nuanceert Tideman, “je kunt dat vergift niet zomaar los zien van de andere twee. Het vergift onwetendheid is eigenlijk het belangrijkste: niet-begrijpen hoe de werkelijkheid in elkaar zit. We denken dat de dingen zoals ze aan ons verschijnen absoluut zó zijn. Van een mooi object bijvoorbeeld, zoals geld, denken we dat het ons geluk zal geven. We projecteren erop dat het goed is. Begeerte (of afkeer) is een gevolg van die onwetendheid. We verliezen dan de realiteit uit het oog, want méér geld leidt niet tot méér geluk. Misschien wel even, maar daarna komen er andere problemen: allemaal belastingaanslagen, of dat je je vrienden niet meer vertrouwt. Zo blijven we vastzitten in samsara, zo blijven we lijden.”

Volgen Tideman kun je dat voortdurende begeren of afwijzen echter niet voorkomen. “Je kunt niet als een robot door het leven gaan en nergens aan hechten of afkeren. De vergiften komen voortdurend op. Meditatie of een andere spirituele praktijk helpen om je niet te laten leiden door begeerte, afkeer en onwetendheid, maar door zienswijzen die overeenkomstig de werkelijkheid zijn.”

Boeddhistischer handel drijven

De werkelijkheid zien zoals ze is dus. Is dat wat het boeddhisme te bieden heeft aan de commercie? Tideman denkt van wel. “De Boeddha was een gewoon mens die zag: zolang wij de labels ‘goed’ of ‘slecht’ op dingen blijven projecteren zijn we niet vrij, zijn we een speelbal van de omstandigheden, lijden we. Je kunt dat overwinnen met wijsheid. Die ontdekking van de Boeddha kun je in iedere situatie toepassen. Juist in deze tijd, nu we steeds meer gaan zien dat begeerte niet tot geluk leidt. We kunnen het boeddhisme juist nu toepassen, ook in commercie, en daarmee succesvoller worden, want het is meer in overeenstemming met de werkelijkheid.”

Zolang je zaken doet volgens de principes van de Boeddha - zoals de vijf voorschriften ‘niet liegen’, ‘niet stelen’, ‘niet doden’ - dan doe je het goed

Tweet
Ook dr. Kadam vindt boeddhisme en commercie juist een gouden combinatie. “De Boeddha heeft gezegd dat je heus geld mag hebben. Het is geen schande om rijkdom te vergaren, maar het moet uit een goede bron komen en het moet terug in de gemeenschap worden gestoken. Zolang je je zaken doet volgens de principes van de Boeddha – zoals de vijf voorschriften ‘niet liegen’, ‘niet stelen’, ‘niet doden’ – dan doe je het goed. Dan kun je jezelf ontwikkelen én de samenleving helpen bloeien.”

Sociale verantwoordelijkheid

Om dat in praktijk te laten werken heeft Kadam een slimme oplossing bedacht: “Lid worden van de BCCII is gratis. Maar als je dankzij de Kamer zaken doet, moet je iets terugbetalen aan de gemeenschap. We betalen dus in sociale verantwoordelijkheid. Omdat boeddhisten uit de arme klasse komen, krijgen miljoenen kinderen geen goed onderwijs. Onze ondernemers kunnen daarom bijvoorbeeld doneren aan scholen voor boeddhisten, of werk geven aan werkloze boeddhisten, zodat de gemeenschap kan groeien.”

Sociaal ondernemerschap lijkt dus dé boeddhistische insteek te zijn. Sander Tideman schreef daar eerder al het boek Mind over Matter over. “Veel bedrijven kijken niet verder dan consumeren: als we maar genoeg producten verkopen, genoeg groei genereren, dan komt alles goed. Maar dat wereldbeeld leidt niet tot werkelijk geluk. De klassieke ondernemer of econoom ziet maar een deel van de werkelijkheid. Geld verdienen als doel, dat is te simpel. We moeten naar wat ik een relatie-economie noem, in plaats van een transactie-economie. Naast de prijs voor een product moeten we ook willen weten wie het heeft gemaakt, of het goed voelt, of het een eerlijke prijs is en of het voldoende kwaliteit heeft.”

Het komt goed

Om dat te realiseren moeten we nadenken over de economie. “Handel is een sociale wetenschap,” zegt Tideman, “een psychologische wetenschap. Het gaat om mensen in interactie met andere mensen. We moeten de hele context zien: ook het bedrijf in zijn omgeving, natuur, klimaat… anders zijn we blind. We moeten af van het idee dat er alleen geld is, en de relatie met onszelf, elkaar en de wereld zien. In zekere zin is dat al gaande: consumenten worden steeds mondiger en stellen steeds hogere eisen aan bedrijven. Het gaat geleidelijk, maar er is echt een groot verschil tussen het aanbod van supermarkten twintig jaar geleden en het gigantische aanbod van nu. Ik hoop dat economen het ook beter gaan begrijpen, want als je weet wat mensen werkelijk drijft, kun je meer geluk creëren.”

Volgens Tideman hebben we naast een mentaliteitsverandering concrete voorbeelden nodig, duurzame technologie en duurzame bedrijven. Hij is daar optimistisch over, maar vreest wel dat het nog even kan duren. “Het goede nieuws is dat de grenzen nu zichtbaar worden, zoals de klimaatverandering. Daar kunnen we niet omheen. De wal keert het schip. Maar mensen hebben een enorm creatief vermogen om oplossingen te vinden voor complexe problemen. Als het ons niet lukt, dan wel de volgende generatie.”

Misschien vindt hij wel een medestrijder in de Buddhist Chamber of Commerce and Industry. Want ook dr. Kadam ziet de toekomst zonnig in. Over vijf jaar wil hij zijn platform uitgebreid hebben naar duizend leden: “India beleefde niet voor niets zijn Gouden Eeuw onder de boeddhistische koning Asoka! Nu is het BNP veel lager, maar India is het jongste land ter wereld. 60 tot 65% van onze bevolking bestaat uit jongeren. Dat is een prachtige bron van energie. En er zijn ongeveer 45 landen met praktiserende boeddhisten, waarom maken we geen internationale boeddhistische alliantie? Ik wil alle boeddhisten samenbrengen onder één dak, dat kan wonderen doen voor het ondernemerschap.”

Meneer Hu en de tempel is nu online te zien bij de NPO.