Doneer
prinses 1620

Prinses op de knikker

In het boeddhisme wordt identiteit vaak gezien als iets wat je 'los moet laten'. Maar wat als je dan in hokjes geduwd wordt waar je niet in wilt? In het kader van de docu Boi, son of a wanderer houdt Mari een pleidooi voor de dharma als queer-gedachtengoed.

Ik wilde iets decoratiefs maken voor in de woonkamer, met knikkers. Dat was slecht nieuws voor mij, want daarvoor moest ik naar een speelgoedwinkel. Speelgoedwinkels – laat ik mijn mening even direct duidelijk maken – behoren tot de meest seksistische plekken op aarde.

Wie dat wel vindt meevallen is mogelijkerwijs de laatste tien jaar niet in een speelgoedwinkel geweest, of heeft toevallig een lokaal winkeltje vol houten knikkerbanen dat ik wel graag wil bezoeken, maar nooit tegenkom. In tegenstelling tot de Bart Smit of Toys R Us, waar ik niet heen wil, maar die wél overal zijn. Dus betrad ik met frisse tegenzin een wereld waar ik me tegelijk te oud (geen kind) en te jong (geen kinderen) voor voelde. Een wereld, vooral, waarin één ding heel helder is: er zijn jongens en er zijn meisjes en tussen die twee loopt een héél breed gangpad.

Knikkers… knikkers, waar konden die liggen?

Ik doolde rond aan de blauwe kant. Auto’s, auto’s, auto’s. Wapens. Robots. Superhelden. Dinosaurusspul. Lego. Misschien in de buurt van de sportdingen? Voetbal… Ik zag ze niet.

Dan maar de roze kant. Poppen, poppen, poppen. Kinderwagens. Paarden. Prinsessen. Beautysalonspul. Lego-voor-meisjes. Mijn god, een roze plastic dweilkarretje… Shoot me now! Oh nee, kan niet, verkeerde gangpad.

“Waar liggen de knikkers?”, vroeg ik tenslotte. De medewerker nam me mee naar de blauwe kant.
“Serieus, is dat jongensspeelgoed?”, zei ik, want mijn filter erodeert een beetje op zulke plekken.

“Ja nee het is ook voor meisjes natuurlijk…”, verontschuldigde het winkelmeisje zich. “Maar we moeten ze ergens kwijt, hè.”

In de aangewezen bak vond ik vervolgens een netje knikkers met Disneyprinsessen erop. Dat vond ik dan weer mooi.

Puberale fase

Ik heb nu de neiging te vertellen waarom ik dit blauw/rozedenken de definitie vind van wat er mis is in deze wereld, hoe dat voortkomt uit wie ik ben, maar misschien is dat heel onboeddhistisch. Als beoefenaars werken we toch met het idee dat het ‘zelf’ een ‘construct’ is. Dat is een radicaal en subtiel idee, dat in de praktijk door beoefenaars soms een stuk conformistischer en botter wordt ingevuld. Zoals dat het zou betekenen dat je niet te hard moet vinden dat je iets bent. Homoseksueel bijvoorbeeld, of Nederlander, of gehandicapt.

Dat klinkt dan ongeveer zo: “Uiteindelijk ‘ben’ je niets natuurlijk… Je moet zo’n identiteit tenslotte loslaten.” Of: “Labels zijn toch een vorm van vastklampen aan je ego.”

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Denk daar een wijze, compassievolle glimlach bij. Alsof het expliciet willen benoemen van, bijvoorbeeld, je seksuele oriëntatie of genderidentiteit een volledig begrijpelijke, maar puberale fase is waar je tegenaan moet mediteren tot je er overheen groeit. Ofzo.

Ja, vast allemaal hartstikke waar. Maar ik kan hier tegenwoordig dus helemaal niks mee. Sterker nog, hoe langer ik op een meditatiekussen zit, hoe minder ik ermee kan. Je ‘identiteit loslaten’ lijkt in de praktijk vaak gewoon te betekenen dat je niet protesteert als iemand anders een label op je plakt.

Kattenbakken

Neem dus gender. Heb je maat 39? Dan zijn er alleen sportschoenen in roze, paars of wit (met glitter). Dansles? Mannenchoreografie vereist spieren en vrouwenchoreografie elegantie, dus hopelijk herken je jezelf in een van die combinaties. Ben je een vrouw en een man op een terras en bestel je een bier en een cocktail, wie krijgt dan wat voorgezet? Yeah.

Zelfs voor het online bestellen van een kattenbak is het buitengewoon belangrijk dat je een hokje aankruist waarmee je eerlijk vertelt wat er zich in je ondergoed bevindt.

ATTENTIE: U HEEFT NIET ALLE VELDEN INGEVULD!

We hopen er als samenleving bovendien vanuit te kunnen gaan dat je het juiste, bijbehorende ondergoed draagt natuurlijk. Just checking! Het is heel logisch dat je aan dergelijke zaken herinnerd wordt bij het elektronisch aanschaffen van een poepdoos voor je huisdier.

Mensen die hun gender vanzelfsprekend vinden, kunnen zich waarschijnlijk moeilijk voorstellen hoe onze wereld ervan doorweven is. Zo iemand ziet schoenen, dansles, een vergeetachtige ober, en denkt bij een kattenbak niet aan ondergoed. Maar als je, zogezegd, tot de knikkers van deze samenleving behoort, is bijna elke futiele dagelijkse keuze omgeven door een bizar, gekmakend opdringerig tweesmakenfascisme dat iedereen om je heen om onbegrijpelijke redenen bloedserieus neemt.

Is het logisch dat je je gender moet invullen bij het elektronisch aanschaffen van een poepdoos voor je huisdier?

Tweet
Zo iemand ben ik dus. En daar zou ik dan nu een etiket op kunnen plakken, maar dat is vastklampen aan m’n identiteit enzo, en die moest ik nou juist loslaten toch?

Moeite doen voor je man

Zou het niet heel geweldig zijn als je met het ‘loslaten van je identiteit’ dan ook gelijk dit soort dingen niet meer hoefde te horen?

“Je zou heel mooi zijn in een jurk en met wat make-up!” (Okay dank voor deze informatie.)

“Waarom verberg je je schoonheid?” (Dat was een psycholoog.)

“Waarom doe je niet wat meer moeite voor je man?” (*PROEST*)

Bonuskarmapunten als de mensen om me heen ook geen last meer hebben van mijn identiteit!

“Vind jij het niet erg dat ze er zo uitziet?” Een kennis op een feestje, tegen mijn wederhelft, want dat is dus toevallig een heteroman. Ik stond ernaast. (“Nee sorry, je ziet er goed uit hoor! Maar je snapt wat ik bedoel, toch?”)

Bij vlagen zijn het hilarische momenten, maar laten we eerlijk zijn: wie klampt zich hier nou eigenlijk vast aan een idee? Damn right dat gender een construct is. Ik kan niet echt om dat inzicht heen, zeg maar.

Nee, je ‘identiteit loslaten’ klinkt heel mystiek, maar bij de kassa van de Spar heeft daar verder niemand een boodschap aan. Die fictieve ‘identiteit’ is iets dat heel real life bepaalt of je een hypotheek krijgt, of je vader al dan niet naar je bruiloft komt, of je met rust gelaten wordt op straat, of je jezelf wel of niet herkent in films, tv-programma’s, liedjes. Als je geheel terecht geen zin hebt in die onzin, dan ben je het netje onplaatsbare knikkers dat we toch érgens kwijt moeten. Kun je je niet wat meer gedragen als een roze schoonmaakkarretje met een zwabber?

Jurk

Eigenlijk vind ik daarom dat we er in onze boeddhistische communities gewoon mee op moeten houden om zo te praten over identiteit. Het getuigt van een bevoorrecht gebrek aan inzicht in wat die cultureel bepaalde ideeën die we zouden moeten loslaten, in de werkelijkheid kunnen doen. En met de geïmpliceerde oplossingen kan ik ook al niks. Het suggereert dat als je maar lang genoeg mediteert dat:

a) je ophoudt met het vervelend vinden als mensen je niet respecteren (‘lijden is optioneel!’),
b) je je minder uit als dat wringt met je omgeving (‘zoek de middenweg!’) of
c) je gaat kapotrelativeren wat je eigenlijk voelt (iets met ‘minder ego’ ofzo)

Als dat de bedoeling is, dan mag ik er nog wel tien jaar op een meditatiekussen extra aan vastplakken, maar de kans dat ik dat wil is dan klein, want zo’n soort ‘middenweg’ laat ik liever links liggen.

Hoe dan ook komt ‘laat je identiteit los’ in de praktijk nooit neer op heteromannenbeoefenaars die plots in een jurk boodschappen gaan doen.

Waarom eigenlijk niet? Een jurk is tenslotte gewoon kleding, net als knikkers gewoon speelgoed zijn. Niemand heeft gevraagd om de roze/blauwe hokjes waar we in moeten, ook mannelijke mannen en vrouwelijke vrouwen niet, maar we moeten er allemaal mee dealen. Zouden we de constructie van identiteit niet juist heel serieus moeten nemen? Wij allemaal? Ik zie best veel potentie in de dharma als radicaal queer gedachtegoed!

Ondertussen is het dus wel zo dat ik mijn grens al ontmoet in iets kleins als een knikker met een Disneyprinses erop. Allemaal heel weinig dharmisch verantwoorde dingen voel ik daarover. Dus misschien, heel misschien, moet je niet naar mij luisteren tot ik een speelgoedwinkel gelijkmoedig in maar ook weer weer uit kan lopen.

BOI, Song of a Wanderer is nu online te zien bij de NPO.

Headerfoto: Torley