Doneer
header_wwz

Het leven na de verblijfsvergunning

De BOS zendt de docu Wie wij zijn uit, over twee jonge vluchtelingen die eindelijk een verblijfsvergunning krijgen. Als de euforie daarover wegebt, rest de vraag: wat nu? Loes sprak met een van hen.

Al op hun 17e kwamen ze naar Nederland. Alleen, zonder familie. Op de vlucht voor terroristische organisaties verlieten Mariwan (26) en Bushra (21) hun thuislanden Irak en Somalië. Als alleenstaande minderjarige asielzoekers werden ze opgevangen in een azc, waar zij op hun 18e zonder pardon weer werden weggestuurd: uitgeprocedeerd. Ze bleven illegaal in Nederland en leefden op straat.

Een treurig verhaal, maar met een goede afloop: uiteindelijk kregen beide jongeren toch een verblijfsvergunning. Toch gaat zo’n happy end lang niet altijd gepaard met echte vreugde. Precies daarover wilde regisseur Eline Schellekens een film maken. Want hoe pak je je leven weer op, nadat je eerst je thuisland, bezittingen en identiteit hebt opgegeven?

Een vluchteling aan wie Eline vroeg wat hij zou doen zodra hij een verblijfsvergunning zou krijgen, antwoordde: “Ik zou waarschijnlijk instorten.”

Hij vergeleek zijn situatie met die van een leeuw, vertelt Eline. “Een machtig dier, maar als je hem heel lang in een kooi stopt, dan wordt die kooi alles wat hij kent. Als hij plots vrijgelaten wordt, heeft hij er moeite mee om de wijde wereld in te trekken. Deze man was al erg lang illegaal in Europa. Als hij een vergunning zou krijgen, zou hij niet meer weten wie hij was.”

Een eigen huis
In Wie wij zijn is te zien dat Mariwan dezelfde ervaring heeft als de opgesloten leeuw. Na zes jaar illegaal te zijn geweest, mag hij opeens toch in Nederland blijven. Even is er blijdschap, maar dan krijgt hij een woning toegewezen in Ede, ver van de grote sociale cirkel die hij had opgebouwd toen hij nog illegaal was.

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Mariwan vertelt in goed, soms grappig poëtisch Nederlands: “In 2008 kwam ik naar Den Haag en Rotterdam. Daar was ik zes jaar. Het was mijn stad, mijn land, dat was alles voor mij. Ik ken veel mensen in Den Haag, en als kunstenaar zit mijn publiek daar ook. Ik heb drie expo’s georganiseerd. Maar nu zit ik bijna 100 kilometer verderop, ik kan daar niet heen.”

Voor zijn verblijfsvergunning droomde Mariwan van een eigen huis, maar de realiteit is anders. “Ik vind het heel erg in Ede. Ik kan niks doen, ik zit de hele tijd thuis. Ik ken hier niemand. In Den Haag had ik geen vergunning. Ik mocht niks, als de politie me zou zien moest ik naar de gevangenis. Maar ik had een wereld gemaakt voor mezelf, op mijn eigen manier. Naar mijn eerste expo kwamen driehonderd mensen, naar de tweede expo zeshonderd, ook mensen uit de Tweede Kamer. Ik zat in het EO-programma ‘Geloof en een hoop liefde’. Ik was heel bekend geworden. Ik had een kleine toekomst voor mijzelf gemaakt.”

Zekerheid of vrijheid?

Op 16 januari kreeg ik telefoon van mijn advocaat, hij zei: gefeliciteerd, je hebt een verblijfsvergunning

Tweet
Nu Mariwan in Ede woont, voelt hij zich gevangen. Als illegaal zag hij geen toekomst, maar was hij tenminste zelfstandig en vrij. “Ik was illegaal maar beweeglijk. Ik was actief. Je moet niet alleen zitten kijken en aan je problemen denken, maar iets doen. Ik maakte kunst in de Vluchtkerk, de mensen kenden mij. Ik werkte ook voor de gemeente en voor twee stichtingen, en als vertaler voor Vluchtelingenwerk. Ik vond: het is mijn leven, ik kan niet gaan zitten wachten.”

Doordat hij zo actief was, stuurde de IND hem weer een brief, dat ze alsnog met hem wilden praten. “Ze vroegen: waar was je van 2010 tot 2015? Ik heb alles uitgelegd. Ze vroegen veel over mijn kunst. Op 16 januari kreeg ik telefoon van mijn advocaat, hij zei: gefeliciteerd, je hebt een verblijfsvergunning.”

Slecht huis
Ook Bushra (die we voor dit interview helaas niet te pakken konden krijgen) kreeg een verblijfsvergunning. Hoe gaat het met haar? Regisseur Eline Schellekens antwoordt: “Met Bushra gaat het gestaag. Ze heeft Nederlandse les, ze werkt en ze is nog veel in het Vluchtgebouw bij haar vriendinnen, want ze vindt moeilijk aansluiting in Amstelveen, waar zij een huis heeft gekregen. Ze is 21, nog heel jong, dus het is goed dat ze geholpen wordt, maar ze is nu ook weg van de mensen die ze kent, net als Mariwan.”

Een verblijfsvergunning krijgen blijkt dus een dubbel gevoel te geven. Mariwan: “Opeens was ik niet meer verantwoordelijk voor mezelf. Toen ze me naar Ede stuurden, heb ik geprotesteerd, brieven geschreven. Vluchtelingenwerk heeft ook geschreven, maar het COA zei: Ede is goed voor jou.” Hij vertelt het nog steeds vol ongeloof. “Niets aan te doen.”

“Dit is een slecht huis voor me, het voelt alsof ik in de gevangenis zit. Waarom moet iemand anders voor mij verantwoordelijk zijn? Ik weet zelf waar ik een kans heb om een goed leven op te kunnen bouwen. In Ede moet ik helemaal opnieuw beginnen.”

Houvast
In het boeddhisme nemen we toevlucht tot grondeloosheid. Dat wil zeggen dat je erkent dat alles om je heen voortdurend verandert, en dat er dus geen houvast is. Dat wat wij als zeker of solide beschouwen zijn eigenlijk schijnzekerheden. Maar hoe is het als je écht helemaal niets hebt om je aan vast te houden, wanneer je schijnzekerheden daadwerkelijk wegvallen?

Bushra vluchtte voor Al-Shabaab. Ze was haar moeder kwijt en kwam alleen

Tweet
Mariwan kan erover meepraten: “Eerst was het goed in Nederland, ik was blij. Maar na een jaar begonnen de problemen. Ik was uitgeprocedeerd en ik kende niemand. Ik kreeg een brief van de IND: jouw land is nu veilig genoeg, je moet terug. Maar het was helemaal niet veilig. Ik was 18 en werd op straat gegooid. Ik heb toen zes jaar lang geen papieren gehad, dat was heel erg. Ik sliep bij mensen die ik kende en in de Vluchtkerk in Den Haag. Ik had geen plek om te wonen.”

“Bushra vluchtte voor Al-Shabaab,” vertelt Eline. “Toen ze vluchtte was ze haar moeder kwijt. Ze kwam in haar eentje naar Europa. Tot haar 18e had ze recht op hulp in een asielzoekerscentrum. Daarna moest ze terug, maar haar familie woont niet meer in Somalië, want ze zijn gevlucht naar andere landen. Ze heeft drie jaar illegaal op straat gewoond, en in het Vluchtgebouw in Amsterdam. Haar vriendinnen in het Vluchtgebouw zijn een tweede familie voor haar, daarom blijft ze daar komen. Ze laat zich haar familie niet nog een keer afpakken.”

De getalenteerde en ambitieuze Mariwan voelt dat hij geen controle meer over zijn eigen leven heeft. Het gevoel van grondeloosheid vindt hij vreselijk. “In mijn land was geen zekerheid, geen toekomst… je weet niet waarom je leeft. En nu is het nog steeds zo. Ik heb zoveel kracht, ik kan werken, leven, alles doen, maar het mag niet. De mensen boven me laten het niet toe. Ik kan mijn toekomst niet zelf maken, het leven gaat gewoon rechtdoor,” zegt hij moedeloos.

Mariwan moet vaak langskomen bij de gemeente en bij Vluchtelingenwerk. “Dan vertellen ze me bijvoorbeeld wat er in mijn post staat. Dan zeg ik: ik kan lezen! Ik spreek Nederlands! Waarom moet ik daarvoor hier komen?” Omdat hij niet zelf de verantwoordelijkheid over zijn leven kan nemen, heeft hij geen plan, zegt Mariwan. Ook dat brengt een gevoel van grondeloosheid met zich mee.

Hulp op maat
Met haar films wil Eline laten zien dat vluchtelingen mensen zijn als jij en ik. “Veel mensen in het Westen zijn bang voor vreemdelingen. Dat maakt veel kapot. Het is belangrijk dat we elkaar als mens kunnen zien, mensen met dromen, talenten en ambities. We hebben allemaal ooit leren lopen! We moeten kijken naar de mogelijkheden: veel vluchtelingen willen graag aan de slag, zijn heel gedreven. Het is tijd voor een omslag in hoe we naar vluchtelingen kijken, de overeenkomsten zien in plaats van de verschillen. Mariwan is zeven jaar van zijn leven kwijt, Bushra vier. En eigenlijk zijn dat je mooiste jaren, de tijd na je 18e; jaren die zo belangrijk zijn om je te vormen. Nu kunnen ze pas echt met hun leven beginnen, en moeten ze in zo’n traject van de overheid. Deze wereldwijze jonge mensen zijn er niet bij gebaat gedesillusioneerd in een uitkering te zitten. We zouden mensen meer op maat moeten helpen.”

Dus hoe nu verder? Mariwan heeft ondanks alles toch een soort plan. “Ik wil mijn Nederlands niveau 2 halen, de inburgering doen, en dan het huis in Ede teruggeven en teruggaan naar Den Haag. Naar Irak kan ik nu niet terug. Misschien ga ik als het veilig is. Mijn land… is mijn moeder! Maar nu kan niemand daar leven. Alle deuren zitten dicht voor mij.”

Wie wij zijn is nu online te bekijken bij de NPO.