Doneer
Storm

Misbruik na de mediastorm. Hoe nu verder?

In mei 2015 publiceerden zes leraren een brief over seksueel misbruik in hun sangha. De NOS onderzocht de zaak en een mediastorm volgde. Nu het stof is gaan liggen, kunnen we de ravage aanschouwen.

Het rommelt in boeddhistisch Nederland. Na een aantal internationale zenleraren schreef ook een groep Nederlandse Vipassana-leraren begin mei een open brief over seksueel misbruik in hun gemeenschap. De NOS onderzocht de zaak en een mediastorm volgde. Nu het stof is gaan liggen, kunnen we de ravage aanschouwen. Wat heeft het opgeleverd? En hoe nu verder?

In mei publiceerden zes Vipassana-leraren een open brief in het Boeddhistisch Dagblad (die werd inmiddels verwijderd, red.). Ze maakten het seksueel wangedrag van hun leraar Mettavihari bekend en zeiden het te verwerpen en achter de slachtoffers te staan. Mettavihari (†2007) was een Thaise monnik die vanuit de Buddharama-tempel in Waalwijk (later vanuit Amsterdam) de Nederlandse Vipassana-gemeenschap opzette.

Johan Tinge is een van de Vipassana-leraren die in mei dit jaar met het misbruik naar buiten kwam. “Het heeft lang geduurd, want niet iedereen binnen de lerarengroep wist ervan en niet iedereen geloofde het. Voor sommigen binnen de sangha (boeddhistische gemeenschap, red.) kwam het als een totale verrassing.”

Daarom deed Johan samen met een collega in het najaar van 2014 eerst een onderzoekje naar wat er precies was gebeurd en hoeveel mensen er bij betrokken waren. Dat was confronterend. “We hoorden concrete verhalen, maakten een lijst van slachtoffers. De omvang werd duidelijk en was groter dan we dachten. Ik ben toen tot de conclusie gekomen: als dit het is, dan moeten we ermee naar buiten, ook als niemand anders van de lerarengroep dat wil. We wisten: als we verder gaan vragen, wordt de lijst alleen maar langer.”

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Het belang van de waarheid

Je kunt je afvragen of het goed is om zoiets publiekelijk bekend te maken. Is dat beter voor de slachtoffers, voor de sangha?

Irène BakkerIrène Bakker Sensei, zenleraar en onafhankelijk vertrouwenspersoon, vindt het in ieder geval goed dat de slachtoffers door de onthullingen erkenning hebben gekregen. “Dat was ook de reden dat de Vipassana-leraren het naar buiten brachten”, vertelt Irène. “De geheimhouding was kwalijk voor de mensen die er last van hadden gehad. Maar wat ik jammer vind, was dat in de NOS-reportage werd gezegd: er zijn nóg minstens vijf verdachte leraren, maar ik mag geen namen noemen. Dat zorgde voor onzekerheid, een gevoel van onveiligheid bij beoefenaars (mensen die retraites doen of naar sangha’s gaan, red.). Het bracht alle boeddhistische leraren in diskrediet.”

Varamitra, boeddhistisch leraar en Hoofd Boeddhistische Geestelijke Verzorging bij Justitie is sceptischer over het nut van onthulling. “Als slachtoffer word je in het diepst van je eigenheid aangetast, daar loop je niet mee te koop. Voor veel van de slachtoffers is het ook te pijnlijk om over te praten en dan wordt opeens wordt nu het doek opgetrokken, dat is geen kattenpis. Hebben de slachtoffers hier iets aan? Ik weet het niet, ik denk de meesten niet.”

Toch ziet Varamitra een belangrijk lichtpunt: dat het boeddhisme in Nederland door deze onthullingen wat van zijn zweem van heiligheid verliest. “Ik vind het vooral voor de beeldvorming goed dat het naar buiten is gekomen, om de naïviteit rond het boeddhisme te doorbreken. Boeddhisten zijn niet heilig en moeten met hun tengels van je afblijven.”

En wat zou de Boeddha zelf gezegd kunnen hebben over het belang van de waarheid? Volgens Varamitra had de Boeddha nooit hele specifieke regels. “De mens heeft een sterke neiging tot het schrijven van regels, we willen zekerheid. Maar de Boeddha zei: ook mijn leer gaat verloren. Het boeddhisme is: zélf verantwoordelijkheid durven nemen. De Boeddha adviseert slechts.” 

Irène: “Je hebt natuurlijk de vijf morele voorschriften of sila. Dat zijn richtlijnen die helpen om een heilzaam leven te leiden (met als derde voorschrift af te zien van seksueel wangedrag, red.). Die richtlijnen zijn er niet voor niets, daarin kunnen alle boeddhistische stromingen elkaar vinden.”

Rimpeleffect: de schok voor de sangha

Geruchten, geheimen, vertrouwensbreuken… niet gemakkelijk voor een sangha. Ook Irène heeft daar ervaring mee. Haar leraar Genpo Merzel had affaires met studentes. Wat doet dat met een sangha? Irène: “In de tijd dat ik bij Genpo Roshi in Salt Lake City studeerde, had hij beloofd voortaan monogaam te zijn. Ik was geschokt toen dat niet zo bleek te zijn. Het schokte de sangha ook, het dreef de sangha uit elkaar. Sommigen keerden zich van hem af, terwijl anderen solidair met hem bleven. Daarmee ben ik veel dharmabroers en -zussen verloren (dharma = leer van de Boeddha, red.). Ikzelf wilde niet langer zijn leerling blijven. Het heeft een rimpeleffect; ook de mensen die geen rechtstreeks slachtoffer waren, zijn geschokt in hun vertrouwen in de leraar en in de dharma.”

Ook in de sangha van Johan is de impact van het misbruik groot. “Veel mensen in de sangha hebben er last van dat we er zo laat mee naar buiten zijn gekomen, en dat slechts een déél van de lerarengroep ermee naar buiten trad. Onze lerarengroep is uiteengevallen. Ik weet niet hoe het verder zal gaan. Nu denk ik dat ik toentertijd anders gehandeld had moeten hebben. De media zeggen: Mettavihari had geen monnik, geen leraar meer moeten zijn. Dat is natuurlijk ook zo. Maar toen heb ik gehandeld hoe ik meende dat passend was.”

Johan weet van meerdere mensen die zich uit sangha’s hebben teruggetrokken: “Ik snap dat wel. Het boeddhisme had een aura van ‘dit soort dingen gebeurt niet’, nu is het klip en klaar dat het ook hier gebeurt. Mensen die er niet van wisten, zien hun vertrouwen beschaamd.”

Een ethische code is niet genoeg

Alle drie de leraren zijn het erover eens dat je grensoverschrijdend gedrag niet echt kunt voorkomen. Irène: “Een gedragscode is geen 100% garantie dat het niet gebeurt. De diverse boeddhistische stromingen zijn ook heel verschillend. Je kunt dus niet één matrix of gedragscode opleggen aan alle sangha’s.”

Irène BakkerVaramitra: “Het zal blijven gebeuren. Het is zo sneaky. Het draait ook niet alleen om seksualiteit maar om macht, geld, status. Met een ethische code ben je er niet. Als het zo simpel was, dan waren dit soort problemen allang de wereld uit. Als je denkt: goed geregeld, dan is het níet geregeld. Dat wil niet zeggen dat het niks uitmaakt wat je doet, maar dat je moet blijven kijken ‘wat is hier gaande’, dat je je er niet met een protocol vanaf kunt maken. In de Diamantsoetra staat het mooi: er is niets om aan vast te houden. Dus ook niet aan de leer van de Boeddha, of aan een leraar, of zelfs aan dat citaat. Het gaat om het breken met die illusie.”

Irène: “Naar aanleiding van dit soort gebeurtenissen hoop ik dat er bij leraren én bij deelnemers een discussie op gang komt over verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gedrag. Dat zal het vormen van gezonde en heilzame relaties in de sangha’s bevorderen.”

Het boeddhisme als reddingsboot

Hoe kon dit nou gebeuren? Varamitra: “De leraar wordt heilig verklaard, wat hij doet is goed, ook al begrijp je het niet. Ik wijs op het belang van zelfstandig denken. Die leraar-leerlingrelatie, is dat waar het over gaat? De Boeddha zei: bevraag alles. Maar sommige mensen blijven blind een leraar volgen. Totale devotie is gedonder in de tent.”

Irène vindt het wel belangrijk om je open te stellen voor de leraar. “Dat is nodig voor transformatie. Maar er moet een vertrouwensbasis zijn, en iedereen blijft verantwoordelijk voor zijn eigen handelen, ook al heeft een leraar daarin een grotere verantwoordelijkheid. Het is belangrijk om je bewust te zijn van je onvervulde behoeftes, als leraar én als leerling.” 

Varamitra noemt het boeddhisme een “prima platform voor zoekenden”. “Mensen zien het als een reddingsboot. Dan loopt het makkelijk uit de hand.” Johan: “En als leraar wordt er van alles op je geprojecteerd (overdracht). In mijn werk als opleider gebeurt dat ook. Dat is niet zo erg, maar als leraar moet je dat goed weten, en misschien training krijgen om het te herkennen. Dat je weet: niet op ingaan.”

Nog eens benadrukt Johan de verantwoordelijkheid van de leraar, die mensen op hele kwetsbare momenten ziet, vooral tijdens retraites. “Juist dan is het extra belangrijk dat je geen grens overschrijdt en is het extra ernstig als die grens wel overschreden wordt.”

Voorzorgsmaatregelen

Nu bekend is dat dit soort dingen gebeuren, kunnen de sangha’s voorzorgsmaatregelen nemen om de kans op herhaling te verkleinen. De SIM stelde al een ethische code op en wees twee vertrouwenspersonen aan. Johan: “Als er grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt, is het niet gemakkelijk om daarmee naar buiten te komen, dat maakt je heel kwetsbaar. Maar als er een vertrouwenspersoon is, kan die je ondersteunen.”

Irène: “Leraren kunnen elkaar ook ondersteunen, door intervisie, want het is natuurlijk vaak een eenzame positie. Voor je die verantwoordelijkheid kunt nemen, is er meer nodig dan lang op je kussen gezeten te hebben.”

In Den Haag geeft Varamitra altijd met iemand samen les. “Dan kun je niet alles aan één persoon ophangen en krijg je verschillende perspectieven op het boeddhisme, andere accenten. De focus op één persoon is gevaarlijk. Dat moet je pareren.”

Blik op de toekomst

Dan de hamvraag: hoe nu verder? De stemming is voorzichtig positief. Varamitra ziet een kans voor het boeddhisme om volwassen te worden. “Ik hoop dat er meer een cultuur ontstaat waarin dingen besproken kunnen worden. Het is een lastig verhaal, maar je moet er toch over nadenken en steeds opnieuw je koers bepalen, 24/7 scherp blijven. Het gaat erom dat mensen hun hersenen niet bij de deur achterlaten als ze een boeddhistisch centrum binnenstappen. Je moet niet achterdochtig zijn, maar wel helder zien wat er gebeurt. Geen roze bril opzetten, en beseffen dat het boeddhisme heel werelds is.”

Komt de boeddhistische gemeenschap er sterker uit? Ja, denkt Irène: “Het boeddhisme heeft zoveel moois te bieden. We blijven mensen, we hebben onze tekortkomingen, maar iedereen is in staat te veranderen. Eerlijkheid, open communicatie, leren van elkaar en elkaar steunen, dat is nu het devies.” 

Johan: “In de media is het nu stil, maar in de sangha’s is dat niet zo! Alles is in beweging.”

Johan Tinge, Irène Bakker Sensei en twee anderen hebben hun telefoonnummers vrijgegeven zodat slachtoffers contact met ze op kunnen nemen. De contactgegevens vind je onderaan het originele onthullingsartikel op Boeddhistisch Dagblad (inmiddels dus verwijderd, red.).

Johan: “We staan slachtoffers te woord en kijken wat iemand nodig heeft. We kunnen het natuurlijk niet terugdraaien of oplossen. Wel bieden we een luisterend oor en geven we erkenning, zodat iemand er niet meer alleen mee is. En we maken duidelijk: dit gedrag van Mettavihari keuren we ten stelligste af, we nemen daar afstand van.”

Lees ook: Seksueel misbruik door boeddhistische leraren, van Loes Liemburg.