Doneer
Morrelen mannenbastion

Morrelen aan het mannenbastion. Sterke vrouwen en religie

De BOS-docu Tzu Chi gaat over de boeddhistische non Cheng Yen. Samen met een groepje huisvrouwen stond zij aan de basis van Taiwans grootste NGO. Ook binnen het christendom zijn er vrouwen die strijden tegen discriminatie. Loes sprak met twee van hen, waaronder het eerste vrouwelijk gemeenteraadslid binnen de SGP.

Leuk weetje: de historische Boeddha was best wel feministisch. Uit wat we van deze man weten blijkt dat hij te boek stond als een rebel die sociale gelijkheid nastreefde. Hij wilde niet alleen het onderscheid tussen de kasten opheffen, maar ook tussen de seksen. Hij liet vrouwen toetreden tot zijn monastieke orde, wat op dat moment nog nergens ter wereld gebruikelijk was. In verschillende soetra’s (waaronder de Lotus Soetra) staat dan ook zwart op wit dat vrouwen verlichting kunnen bereiken.

Slecht karma

So far so good, zou je denken. Maar maatschappelijke mores zijn hardnekkig. Niet lang nadat de leer van de Boeddha zich als ‘isme’ verder ontwikkelde, werd vrouwen opnieuw hun traditionele plaats gewezen. Ze hadden geen toegang tot religieuze praktijken, moesten meer regels volgen dan mannen en kregen minder financiële middelen. De nonnenordes verdwenen daardoor bijna volledig.

Jonathan Silk is een Amerikaanse boeddholoog die aan de Universiteit Leiden werkt. “In de vroegere tradities, de niet-Mah?y?na tradities, was het algemeen geaccepteerd dat vrouwen geen verlichting kunnen bereiken. In de boeddhistische canonieke wetten worden nonnen als minderwaardig aan monniken beschouwd. Zelfs de oudste non moet eerbied betuigen aan de jongste monnik. Vrouw-zijn werd als indicatie van een slechte karmische staat gezien, een soort straf voor daden in een eerder leven.”

Mogen we je heel even afleiden?

Boeddhisme hoort niet achter een betaalmuur, vinden wij. Maar we hebben wel steun nodig van onze donateurs om onze artikelen te maken. Wil jij hieraan bijdragen? Overweeg dan om donateur te worden of eenmalig te doneren.

Ja, ik wil doneren!
Ik ben al donateur/lees liever verder

Dat was 2500 jaar geleden. In de tussentijd is de gelijkheid tussen de seksen nog steeds ver te zoeken binnen het boeddhisme. Recentelijk was in het nieuws dat Thailand nog steeds geen nonnen wil inwijden. “Monniken worden ingewijd door monniken, maar nonnen moeten worden ingewijd door een groep monniken én nonnen”, vertelt Silk. Dat levert een vicieuze cirkel op: “Doordat er geen nonnen meer zijn, kunnen er geen nieuwe nonnen worden ingewijd. En in Sri Lanka bijvoorbeeld willen vrouwen soms überhaupt niet ingewijd worden, omdat ze dan de mannen eerbied moeten betonen en hun status dus effectief omlaag gaat.”

Tweederangs wezens

Het genderprobleem speelt niet alleen binnen het boeddhisme. Binnen vrijwel alle religies (het sikhisme schijnt een uitzondering te zijn) worden vrouwen als tweederangs wezens beschouwd. Lilian Janse, het eerste vrouwelijke gemeenteraadslid voor de SGP kan erover meepraten. De gereformeerde partij laat pas sinds 2013 vrouwen in de politiek toe. Volgens de door God ingestelde orde zouden namelijk alleen mannen geschikt zijn om te besturen, terwijl vrouwen geschikter zijn voor andere zaken, zoals zorgen. Dat Janse als eerste vrouw wel toegang kreeg tot de raad kon alleen plaatsvinden onder dwang van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland.

Het landelijke partijbestuur van de SGP was dan ook niet blij met Janse’s lijsttrekkerschap. Zijzelf heeft daar wel begrip voor: “Het is ze immers van buitenaf opgelegd. De Hoge Raad heeft ze voor de keus gesteld: of je heft de partij op, of je laat vrouwen deelnemen. Het partijbestuur heeft een ledenraadpleging gedaan en daaruit bleek dat 80% vóór vrouwen in de politiek was. Dus ze kozen voor het laatste en hebben het daarmee keurig democratisch opgelost.” 

Maar Janse is ook kritisch: “Ik had liever gezien dat het initiatief vanuit de partij zelf was gekomen. Als je als bestuur uitstraalt: liever niet, vertegenwoordig je dan het standpunt van de meerderheid van de leden?”

Huisvrouw als roeping

Janse is naar eigen zeggen door haar SGP-collega’s in de gemeentes, provincies en de Tweede Kamer met open armen ontvangen. Maar artikel 10 van het SGP-partijbeginsel is nog niet geschrapt. Dat meldt: De opvatting van het vrouwenkiesrecht … strijdt met de roeping van de vrouw. Dat geldt ook voor het zitting nemen van de vrouw in politieke organen, zowel vertegenwoordigende als bestuurlijke.

“Nu ze vrouwen wel op de lijst toelaten, heeft dat beginsel in mijn ogen niet veel waarde meer,” zegt Janse. “De vrouwelijke roeping is zogezegd het gezin, het huishouden en de kinderen. Maar er zijn inmiddels veel SGP-vrouwen die werken, die zelfs Bijbels onderwijs geven wat officieel ook niet mag. Dus die ‘roeping’ is door de praktijk ingehaald.”

Toch is Lilian Janse geen oproerkraaier. “Ik wil niet tegen de SGP op de barricaden”, vertelt ze. “Toen de SGP vrouwen op de lijst toestond, ben ik niet meteen naar voren gestapt, ik wilde niet voor teveel onrust zorgen. Maar in Vlissingen konden ze geen lijsttrekker vinden. Het is mij eigenlijk in de schoot geworpen omdat de mannen niet wilden. Ik heb dus al een daad gesteld door me kandidaat te stellen. Door mijn verkiezing en het feit dat ik als vrouw geaccepteerd word, is er veel verandering gaande binnen de SGP.”

“Een half jaar na het besluit vrouwen op de lijst te accepteren trad ik op de voorgrond. Dat was schrikken. Maar ik deed het niet om mensen te laten schrikken; ik deed het voor Vlissingen en de SGP. Nu ben ik de enige vrouw, maar wie weet hoe dat binnen vijf of tien jaar is? Ik denk dat we voor de Tweede Kamerverkiezingen, niet in 2017 maar zeker voor die erna, nieuwe vrouwen op de lijst krijgen.”

De vrouw als zondig wezen

Sophie Vanonckelen is een jonge Vlaamse vrouw die, in tegenstelling tot Lilian Janse, haar eigen normen en waarden niet meer met die van de kerk kon verenigen door de discriminatie die ze meemaakte. “Ik ben katholiek gedoopt zoals bijna iedereen in Vlaanderen. Vooral mijn grootouders waren heel gelovig. Als kind was ik religieus geïnteresseerd, ik ging zelf naar de kerk.”

Maar onbewust had ze altijd al het gevoel dat er iets niet helemaal klopte. “Ik herinner me dat ik verbaasd was over het feit dat er alleen mannen vooraan stonden in de kerk, en dat seksualiteit als iets vies werd gezien en dat vrouwen als zondige wezens werden beschouwd.”

Toen Sophie als duurzaamheidscoördinator voor de kerk ging werken, kreeg ze ook expliciet met discriminatie te maken. “Ik had hetzelfde contract als de priesters, en daar stonden zaken in die niet in een arbeidscontract horen, zoals de vraag of ik de celibaatsgelofte had afgelegd, en of mijn levenswijze in overeenstemming was met de katholieke leer. Ik dacht: wat betekent dat? Wat is voor hen het breekpunt? Ze zeiden: onaanvaardbaar zou zijn als je met iemand van hetzelfde geslacht trouwt. Zelf ben ik een grote voorstander van homorechten, dus dat vond ik niet leuk.”

“Daarna kwam ik erachter dat de meeste priesters de helft meer verdienden dan ik. Ik ben toen gaan onderhandelen, maar ze hebben twee jaar lang nee gezegd: ‘Er is niet genoeg geld, we kunnen dat niet zomaar geven.’ Terwijl priesters mee snoepen van het geld dat wordt verdiend aan begrafenissen en ze bovenop hun loon een gratis woning krijgen. De vrouwen in de kerk, die meestal toch ook een gezin moeten onderhouden, die krijgen dat allemaal niet.”

Hardcore

Sophie zocht een andere baan en verwijderde zich langzaam van de kerk. “Ik voelde steeds meer woede opkomen. Ik heb daarna lang het gevoel gehad: ik mag zelf definiëren wat katholiek-zijn is, ik mag mijzelf katholiek noemen ook al ben ik het niet altijd eens met wat de paus zegt. Feministische theologen doen dat ook. Feministische theologie kan heel hardcore, heel rebels zijn. De interpretatie van Maria als een verkrachte vrouw bijvoorbeeld. Ik had daardoor het gevoel: ik kan er wél bij blijven, bij die kutkerk die zo vol fouten zit, die zo corrupt is, die vrouwen met zoveel dedain behandelt. Want andere vrouwen die veel meer hardcore zijn dan ik zijn er ook in gebleven.”

Maar al snel voelde het toch niet goed: “Wilde ik nog de schijn ophouden en mijzelf katholiek noemen? Geloofde ik bijvoorbeeld dat Jezus aanwezig is tijdens de communie in de kerk? Nee, eigenlijk niet. Ook op gelovig vlak ben ik veel agnostischer geworden. Ik geloof gewoon niet meer in het afgebakende van die enige waarheid. De enige goede houding is bescheidenheid. Ik zou mezelf nu een agnostisch christen noemen.”

Guts

Over Lilian Janse vraagt Sophie zich af: “Waarom wil zij bij die partij blijven? Maar tegelijkertijd: petje af om in zo’n mannenbastion in te breken en iets te veranderen voor vrouwen die minder guts hebben.”

Ook de non Cheng Yen, die in Taiwan haar NGO Tzu Chi oprichtte, heeft guts. Tzu Chi werd lange tijd volledig geleid door vrouwen. In Taiwan lijkt de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen dan ook te verbeteren, althans in de boeddhistische wereld.

Silk: “In Taiwan wordt het boeddhisme steeds populairder, en er zijn veel meer nonnen dan monniken. Vrouwen kunnen steeds meer hun eigen keuzes maken. Een manier om te ontsnappen aan het traditionele model van huwelijk en gezin is bijvoorbeeld door non te worden. Maar de nonnen en hun organisaties worden wel geleid door monniken. Het wordt dus steeds beter, maar er is nog een lange weg te gaan.”

Meer lezen:

 Headerfoto: Wikimedia Commons