Doneer
misbruik_960-1

Seksueel misbruik door boeddhistische leraren

Seksueel misbruik binnen sangha's werd tot een paar jaar geleden in de doofpot gestopt, als gevolg van geveinsde onwetendheid. Loes duikt in een aantal zaken en interviewt Frank Uyttebroeck.

UPDATE bij dit artikel – 15 februari 2018
Op 8 februari 2018 maakte Against the Stream via een nieuwsmailing aan haar sangha-leden bekend de lerarenbevoegdheid van Frank Uyttebroeck te hebben ingetrokken in verband met klachten van meerdere vrouwelijke studenten over seksueel wangedrag. Dit blijkt uit een publicatie van screenshots van de betreffende mailing in de Openbare Facebook-groep van Dharmapunx Arnhem-Nijmegen. De redactie van Bodhitv heeft Frank Uyttebroeck benaderd met het verzoek om hier commentaar op te geven. In antwoord daarop heeft Frank aangegeven dat het hem gepaster lijkt om op dit moment niet met een publiek statement naar buiten te treden.

——

“Everybody knows”, schreef de Amerikaanse zenleraar Eshu Martin in 2012 op de bekende website SweepingZen.com. Met zijn blog stelde hij een gevoelig onderwerp aan de kaak: het decennialange seksuele misbruik door de Japans-Amerikaanse zenleraar Joshu Sasaki. Het was een knuppel in het hoenderhok: hoewel iedereen er van wist, sprak niemand erover. Na publicatie kreeg hij bergen kritiek over zich heen. Een reactie die exemplarisch is binnen boeddhistische kringen als het gaat om seksueel wangedrag: men wil het niet weten.

Voorbeeld afbeelding
Joshu Sasaki

Misbruik in de zenwereld

De blog van Martin staat niet op zichzelf maar lijkt deel van een tendens die zo’n drie jaar geleden op gang kwam. Zo deed een onderzoekscommissie van boeddhistische leiders onderzoek naar de gangen van Kyosan Joshu Sasaki, leider van zencentrum Rinzai-ji in Los Angeles. Trouw publiceerde in februari 2013 een artikel over de zaak: “Sasaki zou de slachtoffers van zijn verkrachtingen en aanrandingen stelselmatig het zwijgen hebben opgelegd. Wie toch in de openbaarheid trad, werd volgens de onderzoeksgroep ‘de mond gesnoerd’, ‘verbannen’, ‘belachelijk gemaakt’ of anderszins gestraft.”

New York Times-columnist Mark Oppenheimer bracht in 2013 een andere bekende zaak opnieuw voor het voetlicht. Zijn boek The Zen Predator of the Upper East Side gaat over Eido Shimano. Deze zenmeester kwam in de jaren ’60 naar New York om zich te verbinden aan de Zen Studies Society, opgericht door de bekende zenleraar D.T. Suzuki. Er circuleerden al jarenlang geruchten over zijn seksusele wangedrag, die in 2010 werden bevestigd door de postume publicatie van het archief van Robert Aitken. Deze Amerikaanse zenleraar en oprichter van het Buddhist Peace Fellowship, hield veertig jaar lang notities bij over zijn collega Shimano, deels op basis van getuigenissen van slachtoffers.

Uit de brieven van Robert Aitken blijkt dat Shimano vaak seks had met leerlingen, vooral met onstabiele en kwetsbare vrouwen. In zijn boek beschrijft Oppenheimer ervaringen van deze vrouwen: “I can’t say it was consensual”, zegt een van hen. Zenleraar en psychologe Grace Schireson stelt in een opiniestuk op SweepingZen dat meerdere vrouwen haar hebben verteld over “their protests and their weeping through Shimano’s sexual coercion during this so-called consensual sex”.

Tibetaanse tegenhangers

Sasaki en Shimano zijn niet de enige beroemde gevallen. Ook van Chögyam Trungpa (Shambhala) is bekend dat hij seks had met zijn leerlingen of hen dwong te strippen. Dat alles onder het mom van zijn ‘crazy wisdom’ filosofie: mensen het licht laten zien door ze uit hun comfortzone te halen. In 1994 werd de bekende Rigpa-leraar Sogyal Rinpoche, auteur van Het Tibetaanse boek van leven en sterven, door de anonieme ‘Janice Doe’ aangeklaagd wegens seksueel misbruik. Volgens de aanklacht zei Sogyal tegen Janice dat ze “geheeld” zou worden door seks met hem te hebben, en dat het “een zegen is om door een lama te worden geslagen”.

De zaak werd buiten de rechter om geregeld: Janice tekende een geheimhoudingsverklaring in ruil voor een som geld. Maar de laatste jaren doken er meer verhalen op. De Britse journalist en boeddhist Mary Finnigan legde een dossier aan over Sogyal en schreef een lang essay met getuigenissen. Ook verscheen er in 2012 een documentaire over deze en nieuwe aantijgingen tegen het Rigpa-icoon. Toch is er uit Tibetaanse hoek geen officiële reactie gekomen.

Die andere beroemde Tibetaan, de dalai lama, zei al in 1994 op een conferentie dat seksueel misbruik binnen sangha’s met openheid en transparantie bestreden moet worden. “If there is incontrovertible evidence of wrongdoing, teachers should be confronted with it. … If a teacher won’t respond, students should publish the situation in a newspaper, not omitting the teachers name”. Maar ondanks die wijze woorden noemde de dalai lama zelf geen namen, en opende hij in 2008 eigenhandig het Franse Rigpa-centrum Lerab Ling.

Het ego van de leraar

Hoe kunnen dit soort schandalen nu plaatsvinden en verzwegen worden binnen het boeddhisme, dat toch om het wegvallen van het ego en het erkennen van de ware aard van de realiteit draait? Met andere woorden: hoe kan dit soort onwetendheid zo in stand worden gehouden, uitegerekend in de boeddhistische gemeenschap?

Frank Uyttebroeck is dharmaleraar bij Tegen De Stroom In en trekt zich het onderwerp erg aan. Volgens hem heeft het doofpotbeleid veel te maken met de rol van de leraar in het Tibetaanse en zenboeddhisme. In de begindagen van het westerse boeddhisme was er nog geen sprake van een organisatie, van democratisch leiderschap, van een waaier aan leraren om uit te kiezen: er was gewoon een charismatisch leraar die een sangha oprichtte. Hoe kon een leraar dan zó uit de band vliegen?

“Even zwart-wit: in de Tibetaanse en zentradities heeft de leraar altijd gelijk, ook al heeft ‘ie geen gelijk”, vertelt Frank. “Het is beangstigend hoe sommige leraren de psyche van een student binnendringen. Het maakt de student afhankelijk van de leraar voor zijn verlichting. Dat sangha’s onwetendheid veinzen, komt voort uit die brainwashing. Er wordt handig ingespeeld op de kritiekloze aanvaarding van wat de goeroe zegt.”

Daarnaast is seksuele omgang tussen leraar en studenten in het Tibetaans boeddhisme geen taboe: tantrische seksuele praktijken zouden verlichting juist bevorderen. Ook cultuurverschillen spelen een rol, hoewel die misbruik natuurlijk nooit kunnen excuseren. Frank Uyttebroeck: “De zen- en Tibetaanse stromingen haalden hun roshi’s en lama’s uit het oosten. Ze werden uit hun cultuur gehaald en in een andere cultuur neergezet, waar ze hun shit doen zoals ze het in Nepal, Tibet of Japan ook deden.” Dat mannen en vrouwen in Amerika onder één dak beoefenden was bijvoorbeeld al nieuw voor de Japanse zenmeesters. In veel orthodoxe boeddhistische stromingen is er dus sprake van een geïnstitutionaliseerde vrouwonvriendelijkheid, die seksueel geweld in de hand werkt.

“Ik wil overigens niet beweren dat er in de Theravada-traditie géén misbruik door leraren voorkomt”, voegt Frank toe. “Maar met Theravada in het westen ging het anders. In plaats van dat oosterse leraren naar het westen kwamen, gingen westerlingen juist naar het oosten toe en keerden zij terug om als lekenleraar sangha’s op te richten binnen hun eigen (westerse) moreel-ethische kaders.”

Chögyam Trungpa, omringd door geïnteresseerde westerlingen

De onwetende sangha

Aan de kant van de slachtoffers en de sangha regeert vooral de angst. Angst om het boeddhisme, dat nog maar jong is in het westen, te beschadigen, angst om niet verlicht te raken als je ‘nee’ zegt en angst voor negatieve reacties. Ook worden sommige mensen bedreigd, zodat ze niet zullen spreken. Een sangha is een hechte gemeenschap, een soort familie wiens goodwill je niet kwijt wil raken.

Frank Uyttebroeck wijst ook op de kwetsbaarheid van de slachtoffers. “Een grote meerderheid van de mensen die naar een sangha gaat, komt niet omdat het leven nou zo geweldig is, maar omdat ze een vraag hebben, pijn, een oud trauma. Het zijn vaak mensen met een ongelooflijke kwetsbaarheid en daar maken sommige leraren misbruik van.”

Mark Oppenheimer merkt in zijn boek op dat er geen vrouwen in de sangha zouden overblijven of nieuw zouden toetreden als slachtoffers zich zouden uitspreken over hun leraar. “By condemning one man, they might undo the progress women had made against patriarchy.” Al dat soort zaken: verheerlijking van de leraar, misogynie in het boeddhisme en de kwetsbaarheid en angst van slachtoffers, maken dat machtsmisbruik door boeddhistische leraren onder de pet wordt gehouden.

Everybody knows

Maar de blog van Eshu Martin over Joshu Sasaki heeft een verandering in de westerse boeddhistische wereld in gang gezet. De osho’s van Rinzai-ji publiceerden een statement op de website van Tricycle, waarin ze stellen: “Our hearts were not firm enough, our minds were not clear enough, and our practices were not strong enough so that we might persist until the problem was resolved. We fully acknowledge now, without any reservation, and with the heaviest of hearts, that because of our failure to address our teacher’s sexual misconduct, women and also men have been hurt.”

En in januari van dit jaar publiceerden 90 westerse zenleraren een open brief op Lion’sRoar.com, waarin ze het boek van Oppenheimer over Eido Shimano een “wake up call” noemen. Om verder misbruik te voorkomen willen ze ethische codes opstellen, en de culture of silence en het idealiseren van de leraar doorbreken.

Frank Uyttebroeck is verheugd over die ontwikkeling: “Het is de allereerste keer dat mensen in de zengemeenschap zeggen: ja, het gebeurt. Eindelijk wordt er nu erkend dat het fout is gegaan, en dat het risico dat het opnieuw gebeurt er nog steeds is. Een ethische code is een eerste stap om de drempel voor mogelijke slachtoffers kleiner te maken. Er moet veel meer aandacht en zorg zijn voor de slachtoffers: zij worden vaak met de nek aangekeken, de sangha uitgepest, want ze hebben de goeroe in diskrediet gebracht. Eigenlijk was het hun schuld, want zij hebben de leraar verleid: dat soort mechanismen veroorzaakt zoveel lijden.”

Off limits

Volgens Frank zijn de namen in dit artikel nog maar het topje van de ijsberg. “Ik weet dat omdat slachtoffers vaak naar mij toe komen. Maar hier in Nederland wordt er ook nog steeds niet over gesproken. En ik ga niet met de vinger wijzen, dat is niet mijn taak. Sangha’s moeten dat zelf doen, anders heeft het geen zin, dan wordt het alleen maar tegengesproken en dan kom je geen meter verder. Ik trek het mij heel erg aan, maar ik hou mij het meeste bezig met de slachtoffers. Hen de weg wijzen, ze naar de juiste mensen sturen of zelf hulp bieden, dat is mijn manier om ermee om te gaan.”

Frank ziet openheid in plaats van geveinsde onwetendheid als de enige manier om misbruik tegen te gaan. “In mijn sangha is dat prioriteit nummer één. Wij hebben een ethische code, en als er ook maar een greintje twijfel is of je daaraan voldoet, dan ben je aan de beurt hoor! Het gebeurt weleens dat studentes avances maken naar mij als leraar. Gelukkig heb ik de code om meteen te zeggen: dat gaat niet gebeuren. Wie bij mij op een kussen zit, is off limits. Sowieso schuwen wij onderwerpen als macht en geld en seks niet tijdens meditatieavonden. Het wachten is nu op meer sangha’s die een keer in het eigen hart gaan kijken.”

Zoals Victoria Barlow, slachtoffer van Sogyal Rinpoche, zegt in de documentaire In the Name of Enlightenment: “It’s time to be talked about, and it’s okay if it’s talked about. I don’t think it’s gonna destroy what is important and significant about Buddhism. I think in fact it will make it much better.”

 

Op 16 april zond de BOS Georgica uit. Deze film, over het vergift ‘onwetendheid’, maakt deel uit van het drieluik De drie vergiften.

Luister ook naar OBA Live van dinsdag 23 juni over seksueel misbruik door boeddhistisch leraren. Hoe kon het gebeuren en hoe nu verder?

 

Bekende boeddhistische misbruikzaken:
1. Joshu Sasaki (1907), een Japans-Amerikaanse zenleraar van het Rinzai-ji-centrum in Los Angeles, vergreep zich aan honderden vrouwen en dwong hen te zwijgen. Sasaki overleed in 2014.
2. Eido Shimano (1932) is eveneens een Japans zenleraar, die vanaf 1965 de Zen Studies Society in New York leidde. Zijn jarenlange misbruik werd onthuld in het archief van de overleden zenleraar Robert Aitken.
3. De bekende Tibetaan Sogyal Rinpoche (1948), oprichter van Rigpa, werd in 1994 aangeklaagd voor seksueel misbruik door de anonieme Janice Doe. De zaak werd afgekocht. Daarna volgden meer aantijgingen.
4. De Amerikaanse zenleraar Dennis Genpo Merzel (1944) bekende in 2011 meerdere affaires met studentes. Hij stond zijn officiële titels daarna af.
5. Ook Nederland kent een schandaal. Dhammawiranatha (in 1954 geboren als Pierre Krul) richtte in 1978 Boeddhayana op, een van de eerste Nederlandse boeddhistische centra. Volgens ex-volgelingen vergreep hij zich talloze malen aan studentes. Hij legde in 2001 zijn pij af.

Meer lezen:
– Longread The Zen Predator of the Upper East Side van Mark Oppenheimer (2014) over Eido Shimano;
– Blogs van kritisch boeddhist Danny Fisher over seksueel misbruik en misogynie;
– Boek Behind the Thangkas (2011) van Mary Finnigan over Sogyal Rinpoche (volledig online te lezen);
– Korte docu In the Name of Enlightenment – Sex Scandal in Religion (2012) over Sogyal Rinpoche;
– Boek Stripping the Gurus (2014) (volledig online te lezen);
– Voor meer info over Pierre Krul zie Trouw en Kwartaalblad Boeddhisme.