Doneer
dood_header

Leven na de dood

René vond het idee van leven na de dood altijd grote onzin. Maar nu hij de wet van behoud van materie kent, is hij aan het denken geslagen. Wat zegt Thich Nhat Hanh er eigenlijk over, die nu in het ziekenhuis ligt?

Ik groeide op in een deels christelijke, deels atheïstische wereld. Zelf koos ik er al vroeg voor om als heiden door het leven te gaan. Het leven na de dood zei mij niets: ik heb het altijd goed gehad, en de hemel (en de hel) heb ik al vaak genoeg op aarde gevonden, of op het internet.

Maar tijden veranderen, en mijn wereld wordt groter. Dankzij tv-programma’s waarin mediagenieke wetenschappers met religieus enthousiasme het wetenschappelijke scheppingsverhaal aan ons verkondigen, weet ik meer. Ik weet dat alle dingen -mensen, dieren, bomen, iPhones- uit hetzelfde sterrenstof zijn ontstaan. Ik weet nu dat ik grofweg uit niets meer besta dan constant aan en uit flikkerende deeltjes. Ik weet ook dat er een wet bestaat van het behoud van materie die zegt dat ons fysieke zelf het universum waarschijnlijk niet zal verlaten. De vraag waar je nog heen zou moeten gaan na je dood, krijgt met deze kennis een andere lading.

Live fast, die young
Het stellen van de vraag is sinds een tijdje weer de moeite waard. Het levert me soms mooie gesprekken op. Mijn oma -nu alweer een poosje weduwe- heeft Alzheimer en is slecht ter been. Ze vraagt zich af of ze na haar dood haar man, broers en zussen weer terug zal zien. En mijn vader, dé vrijgevochten atheïst, blijkt wanneer ik ernaar vraag ineens sterk te geloven in een soort ‘eeuwigheidswaarde binnenin hem’. Al vraagt hij zich wel eens af of hij voor eeuwig in de wereld zou willen blijven. “Op een gegeven moment heb je het wel zo’n beetje gezien”, vindt hij. Misschien moet hij monnik worden, dan hoeft hij zich niet meer zo bezig te houden met de wereld. Fijn om te weten dat ik die houding niet van een vreemde heb!

Het antwoord op de leven-na-de-dood-vraag zegt misschien iets over hoe iemand in het leven staat. Mijn eerdere onverschilligheid ontaardde voor mij bijvoorbeeld snel in een soort nihilistische alles-kapot-mentaliteit. Het einde van de wereld was in die tijd voor mi ieder weekend weer dichtbij. Dat is heel mooi als je puber/student bent, en gezien de aardse toestand op dit moment is het misschien nog niet eens zo’n overdreven gekke instelling. Maar naarmate je ouder wordt levert het steeds meer schuine blikken op. De tijd van live fast die young is -op die ene zaterdagavond in de maand na- voor mij nu wel voorbij. En ik ben dan misschien op zoek naar een leven na de dood, maar ik hoef nog niet dood.

Het volwassenere antwoord is misschien om het wat materialistischer bekijken. Ik kan mijn drang naar onsterfelijkheid in de buitenwereld zoeken, een zinvol leven leiden zoals dat genoemd wordt. Ik probeer dan om iets achter te laten op de wereld wat langer blijft bestaan dan ik. Een beroemd kunstwerk, een bedrijf of een mooie sportprestatie. Of een kind! Of, iets bescheidener: een facebookprofiel of een column op Bodhitv.

dood leven reïncarnatie
Het gewas Llareta in Chili, Niet onsterfelijk, wel meer dan 3000 jaar oud.

 

Thich Nhat Hanh in het ziekenhuis
Onlangs werd ik weer aangespoord om mijn filosofische zoektocht naar leven na dit leven voort te zetten, door de ziekte van Thich Nhat Hanh. De vriendelijke Vietnamees ligt op dit moment in kritieke toestand in het ziekenhuis, en we hopen dat hij toch nog minimaal een zomertje bij ons blijft. Hij schreef ooit een boekje genaamd No Death, No Fear. Daarin legt hij op lichtzinnige toon uit hoe je door goed te kijken kunt leren hoe dat werkt, leven en dood. Kijk je goed genoeg, dan kun je jezelf bevrijden van zowel angst voor de dood als je hang naar onsterfelijkheid.

De redenering in het boekje (in mijn eigen woorden) is als volgt. We zijn gewend om alles vanuit ons eigen ik waar te nemen. We doen dat in tegenstellingen bovendien: de lucht is ‘boven’ ons en de grond is ‘onder’ ons. Een flatgebouw is ‘groot’ en een mier is ‘klein’. En we geven ons leven een begin- en een eindpunt door deze te benoemen met ‘leven’ en ‘dood’. Deze termen zijn allemaal relatief. Een groot flatgebouw wordt klein als je het vanuit het vliegtuig ziet. Ons idee van leven en dood is slechts een eindig perspectief op een continu veranderend oorzakelijk proces.

Omdat we nu eenmaal mensen zijn en een beperkte blik hebben is het moeilijk om in te zien dat we helemaal geen begin en geen einde hebben. Je bent er altijd al geweest. Als je goed leert kijken kun je zien dat je meer bent dan alleen maar de korte periode tussen het moment dat je uit de baarmoeder komt en het moment dat je hart stopt met kloppen. Als je dat beseft dan hoef je ook niet meer bang te zijn om te sterven. Je hebt dan immers ook nooit geleefd.

Op papier is dit een ietwat vreemd conceptueel spelletje. Maar de belangrijkste boodschap is denk ik dit: ervaar de realiteit en leer inzien hoe de dingen werkelijk zijn. De onsterfelijkheid komt vanzelf. Het heeft Thich Nhat Hanh in ieder geval materiële onsterfelijkheid opgeleverd: zelfs al herstelt hij niet, dan leeft hij in ieder geval door in zijn boeken, in zijn orde en zijn volgers, en in alle mensen die hem ooit hebben mogen ontmoeten.

En ik? Ik kijk gewoon naar mijn vader die het allemaal wel zo’n beetje meegemaakt heeft, en rustig vertrouwt op zijn innerlijke eeuwigheid. Wie ben ik om daaraan te twijfelen? Ik ben ten slotte zijn levende onsterfelijkheid.

Hoe maak jij jezelf onsterfelijk?

 

Verder lezen en kijken:Thich Nhat Hanh, No Death No Fear.
Does Rebirth Make Sense? Essay van Bhikku Bodhi waarin hij bespreekt waarom het idee van wedergeboorte wel degelijk hout snijdt. Lees het hier.
Vergaap je hier aan de eeuwigheid met de oudste levende dingen in de wereld.

Lees ook wat Tom Hannes heeft te zeggen over de plek van reïncarnatie in het boeddhisme.

Headerfoto: deel van een afbeelding over reïncarnatie in het Jainisme