Doneer
cave

Hoe overleef ik..twaalf jaar in een grot?

Twaalf jaar wonen in een grot en de hele dag mediteren. Niks voor westerlingen toch? De Britse Diane Perry bewees het tegendeel. Als Tenzin Palmo blies zij nieuw leven in een verloren traditie van boeddhistische nonnen. Tegenwoordig is zij Ellie’s lichtende voorbeeld.


Het jaar 2013 staat bij de BOS in het teken van vrouwen en boeddhisme. Ellie doet mee en schrijft voor Bodhitv een serie artikelen over bijzondere boeddhistische vrouwen.

Twaalf jaar lang wonen in een grot en de hele dag mediteren. Niks voor westerlingen toch? En zeker niet voor westerse vrouwen, zo luidde de opvatting. De Britse Diane Perry bewees het tegendeel. Als Tenzin Palmo vond zij verlichting in India en blies zij nieuw leven in een verloren traditie van boeddhistische nonnen. Tegenwoordig is ze Ellie’s lichtende voorbeeld.

Kun je het je voorstellen? Je woont alleen, in een grot van een paar vierkante meter groot, ver weg van de bewoonde wereld. Acht maanden per jaar heb je alleen maar sneeuw om je heen en je eet enkel brood, rijst, linzen en groentes. Elke dag sta je om 3 uur op, beoefen je twaalf  uur per dag de traditionele Tibetaans Boeddhistische meditatie bestaande uit, onder andere, visualisatie-technieken, rituelen, concentratie-beoefening, reciteren van mantra’s en prostreren. Om aan het einde van de dag vijf uurtjes, zittend (!) in meditatie-houding te slapen.

Voor degenen voor wie dit vredig in de oren klinkt: beeld je in dat je tijdens deze intensieve retraite-periode ook te maken krijgt met wilde dieren die je grot komen bezoeken, met honger en een gebrek aan eten, met sneeuwstormen die ervoor zorgen dat je hele woning wordt ondergesneeuwd en dat ziekte geen excuus is om je meditatie te onderbreken en hulp van anderen te zoeken. Dat dit twaalf jaar lang je leven is!

Lukt het je een leven op deze wijze voor te stellen? Pff, mij niet. Een aantal keren heb ik gedurende tien dagen 10 uur per dag gemediteerd. En dan nog niet eens in isolatie, maar in groepsverband, slapend in een heerlijk bed in een warme kamer, waar er voor me gekookt werd en waar ik elke dag mijn vragen en twijfels aan een leraar kon voorleggen. Maar toch, het was steeds weer een hele kluif…

Nooit saai
Tenzin Palmo deed iets waarvan de meesten dachten dat westerlingen en vrouwen er niet toe in staat waren. Zij leefde daadwerkelijk voor twaalf  jaar lang in retraite in een grot in Noord-India. Een periode die, zoals ze later zou vertellen, aanvoelde als vier maanden. “Het was er in elk geval nooit saai”, is een van de spaarzame opmerkingen die ze weggeeft als mensen haar vragen naar de ‘resultaten’ van haar langdurige verblijf in eenzaamheid. De grot is de plek waar Tenzin Palmo het allerliefste is: “being in the cave was completely satisfying”.

Tenzin Palmo, geboren in 1943 als Diane Perry, groeit op in het Christelijke en arme Engeland. Hoewel ze al vroeg geïnteresseerd raakt in spiritualiteit, voelt ze zich niet verbonden met het Christendom. Het idee van een God die vanuit de hemel op je neerkijkt en mensen die zondig zijn, spreekt haar niet aan. Tenzin Palmo vertelt in haar biografie Cave in the snow dat ze altijd al sterk het gevoel heeft gehad dat iedereen in wezen perfect is en dat het goddelijke dus in jezelf te vinden is. Ze gelooft dat wij mensen keer op keer op aarde terugkomen om onze aangeboren perfectie tot bloei te laten komen.

Thuiskomen in India
Op haar 18e werkt Diane in een bibliotheek waar ze een boek met een mooie afbeelding van Boeddha vindt. Ze neemt het mee, leest het, en wordt overmand met een gevoel van herkenning. Alles viel op z’n plek: “ik ben een boeddhist” weet ze meteen. Twee jaar later vertrekt Diane Perry met de boot naar India. Haar leven van uitgaan, vriendjes en hoge hakken laat ze achter zich om een boeddhistische leraar te vinden. Ze gaat werken op een schooltje voor jongens die herkend zijn als reïncarnaties van overleden lama’s. Op haar 21e verjaardag arriveert Khamtrul Rinpoche, het hoofd van de Tibetaanse gemeenschap, bij het schooltje. Vol van zenuwen buigt ze voor de lama neer en vraagt hem haar als leerling aan te nemen. Er was weer dat gevoel van herkenning, van een hereniging met een vriend die ze al zo lang kende.

Later zou Tenzin Palmo erachter komen dat ze al levens lang met Kampho Rinpoche verbonden is en hij haar begeleider op het pad naar verlichting is. Ook nu bouwen de twee een innige band op. Dat ze zich al na drie maanden tot non laat ordineren lijkt voor veel vrienden en familie een overhaaste beslissing. Voor Diane, die vanaf nu Tenzin Palmo zal heten, voelt het echter als thuiskomen.

It’s a man’s world
Het werd een geweldige, maar vooral ook moeilijke tijd voor Tenzin Palmo als enige vrouw tussen honderd monniken. Terwijl de heren normaal erg warm en vriendelijk zijn, weten ze zich geen raad met een vrouw in hun midden. Ze bewaren afstand en bidden voor haar dat ze in een volgend leven als man geboren wordt. Want alleen dan kon je binnen het Tibetaans boeddhisme toegang krijgen tot de diepere spirituele leringen en heilige rituelen die je naar verlichting leiden. Als westerse vrouw krijgt Tenzin Palmo enkel simpele boeddhistische verhaaltje verteld. Er werd  namelijk geloofd dat vrouwen niet in staat waren lange periodes te mediteren en verlichting te bereiken. Ze zouden teveel afhankelijk zijn van fysiek comfort en hun geest was te wisselvallig om goed te kunnen focussen. Nonnen in klooster over de hele wereld worden daarom niet onderwezen en zijn vaak niets meer dan dienstmeisjes. Ondanks hun intelligentie en devotie krijgen ze geen kans zichzelf te ontplooien, wat leidt tot een lage zelfwaardering. Ook Tenzin Palmo voelt zich afgewezen en gefrustreerd. Standvastig als ze is besluit ze verlichting te bereiken in een vrouwelijk lichaam, ongeacht hoeveel levens dit zou duren! Het was een gelofte die jaren later de inspiratiebron zou zijn voor vele boeddhistische vrouwen en nonnen over de hele wereld.

Leven in een grot    
Omdat Tenzin Palmo meer wil leren dan haar wordt aangeboden, besluit ze haar koffers te pakken en het klooster te verlaten. Khamtrul Rinpoche stuurt haar naar het kleine dorp Lahaul waar ze ’s winters in retraite gaat en in de zomer rituelen voor de dorpelingen uitvoert in ruil voor eten. Ondanks dat Tenzin Palmo het naar haar zin heeft in het Lahaul krijgt ze steeds meer behoefte aan verstilling. Daarom besluit ze na zes jaar haar intrek te nemen in een grot buiten Lahaul. Samen met mensen uit het dorp maakt ze de grot bewoonbaar en legt een moestuintje aan. Tenzin Palmo verblijft twaalf  jaar in de grot, waarvan ze de laatste drie jaar, drie maanden en drie dagen in totale afzondering wilde doorbrengen.

Na die laatste drie jaar komt er abrupt een einde aan haar retraite als er plotseling een politieagent voor haar grot staat. Omdat ze een illegale verblijfsvergunning heeft en al jaren onvindbaar is, moet ze binnen tien dagen het land verlaten. Later zou Tenzin Palmo deze gebeurtenis als de meest moeilijke periode markeren gedurende haar hele verblijf in de grot. Maar Tenzin Palmo is in staat kalm te blijven, wordt niet boos en geeft niemand de schuld. In 1988 verlaat ze India en trekt in bij een vriend in Assisi, Italië.

Nonnenklooster
Deze onverwachte wending dwong Tenzin Palmo nieuwe invulling aan haar leven te geven. Ze duikt weer in de boeken en leest alles over religieuze en mystieke tradities. Daarnaast begint ze met het geven van lezingen over het boeddhisme om geld in te zamelen voor het opzetten en bouwen van een nieuw nonnenklooster. Al jaren kreeg ze van Khamtrul Rinpoche de suggestie voorgelegd een nonnenklooster op te zetten om de verloren Togdenma-linie nieuw leven in te blazen. De Togdenma zijn vrouwelijke verlichte nonnen die jarenlang in meditatie en studie hebben doorgebracht om dit leven Verlichting te bereiken. Na de culturele revolutie in Tibet is deze bijzondere groep vrouwen echter ‘verdwenen’. Tenzin Palmo voelt zich, ondanks dat ze zich liever weer in retraite zou afzonderen, geroepen deze zware taak op zich te nemen. Ze komt daardoor bekend te staan als een aandachtsvolle en heldere spreekster. Ze zet zich met heel haar hart in voor de intellectuele en spirituele ontwikkeling van boeddhistische nonnen. Dit brengt haar zelfs tot gesprekken met het Vaticaanse bestuur en de Dalai Lama!

Beetje bij beetje worden alle donaties, verzameld na de lezingen, omgezet in bouwgrond, bouwmaterialen en de oprichting van het nonnenklooster. In 2000 wordt het ‘Dongyu Gatsal Ling’ (Garden of the Authentic Lineage) nonnenklooster officieel geopend. Momenteel verblijven er 75 nonnen die onderwezen worden in Boeddhistische filosofie, Tibetaans, Engels, meditatie en rituelen. Ook verblijven er enkele nonnen in langdurige retraites, die mogelijk de Togdenma-linie hervatten.

Dharma beoefening
Nu vraag je je wellicht af of het écht nodig is zulke lange periodes in stilte, afzondering en meditatie te verblijven om jezelf te ontwikkelen op het boeddhistische pad. Volgens Tenzin Palmo wel. “Het is niet voor niets dat de Boeddha het noodzakelijk achtte zijn vrouw en kind te verlaten om verlichting te bereiken. Om werkelijk de diepte in te gaan moet je oefenen in een omgeving zonder interne en externe afleidingen.” Maar omdat Tenzin Palmo ook ziet dat de meeste mensen niet de wens hebben zich volledig af te zonderen, richt ze zich in haar lezingen vooral op het integreren van de Dharma, het boeddhistische pad, in het dagelijkse leven. “We moeten alle gewone dingen in het leven transformeren in een Dharma-beoefening, want anders zal er nooit iets veranderen. De Dharma is elke ademhaling, elke gedachte die we denken, elk woord dat we spreken, wanneer we het met een open hart en in vol bewustzijn doen”.
    
Nederig zet ik daarom elke ochtend mijn meditatiewekkertje op 15 minuten. Ook al komt dit niet eens een béétje in de buurt van een twaalf-jarige retraite in een grot, het voelt goed om tijd vrij te maken voor mijn formele beoefening. Na van mijn kussen te zijn afgestapt probeer ik met de Dharma in mijn hoofd en mijn hart de dag tegemoet te gaan. Soms lukt dat goed, soms iets minder.

Het lezen en schrijven van het levensverhaal van Tenzin Palmo maakte me daarom in eerste instantie deemoedig. Wat een lange weg hebben wij als mensen nog te gaan. Maar nu het einde van dit artikel in zicht komt, zit ik boordevol energie en inspiratie. Wat een bijzondere vrouw is dit! In haar persoonlijke zoektocht naar perfectie haalt ze niet alleen het allermooiste in zichzelf naar boven, maar stimuleert ze ook andere vrouwen hun eigen kracht te vinden. Ze heeft zichzelf ontplooid tot een van de meest inspirerende en geleerde Tibetaans boeddhistische nonnen. Deze ‘gewone’ vrouw uit het arme Engeland heeft zoveel voor elkaar gekregen met haar wilskracht, goede hart en enorme doorzettingsvermogen. Als je écht iets wilt, krijg je het ook voor elkaar. Daar zet ik op in!

Ook zo geïnspireerd geraakt door deze vrouw?
Lees haar biografie Cave in the snow, geschreven door Vicki Mackenzie, kijk op de website van Tenzin Palmo of lees een van de boeken geschreven door Tenzin Palmo zelf (oa Into the heart of life).

Bekijk a.s. zondag ook de uitzending over Irene Bakker In de Geest van Zen om 14:00 op Nederland 2

De Boeddhistische Omroep Stichting heeft eerder een documentaire gemaakt met Tenzin Palmo – Vrouwen en het Boeddhapotentieel